497 het weder oproepen van den ichjad, en door het in de gelederen treden van 162 reeds georganiseerde bataljons redifwaarvan 132 van den eersten ban en 30 van den tweeden. De zaptiés zouden 38800 man tellen, iu plaats van 20000. Dus zou het totaal der gemobiliseerde Turksche strijdkrachten nominaal gestegen zijn van 246000 tot 367000 man. Het voltal lige effectief bedraagt, volgens het plan van 1869, 400000 man, maar het is nog niet mooglijk geweest, zelfs op het papier, toerei kende officiers-kaders te vormen. Ook hebben de Turken, in navolging van Berlijn, de organisatie van territoriale legerkopsen ingevoerd. De legerkorpsen {ordu), aangevoerd door muchirs of maarschalken, zijn ten getale van zeven drie voor Europa, vier voor Azië. De hoofdkwartieren in Europa zijn: KonstantinopelSchumla en Monastyr; in Azië: Erzerum, Damaskus, Bagdad en Sanaa (in Ye men). Er valt nog op te merken, dat de effectieven in Europa sterker zijn dan die in Azië. Zoo tellen de drie eerste korpsen te zamen 98 bataljons, 86 escadrons52 batterijende vier laatste hebben slechts 89 baltajons, 60 escadrons, 35 batterijen. Deze verdeeling van de strijdkrachten laat zich gemakkelijk ver klaren; men trekt zijne middelen tot handelen bijeen, waar het ge vaar is. Om gelijke redenen zijn de Europeesche gewesten overvloedig voorzien van kazernes, van vestingen, gelijk Niksischvan blokhui zen. De Ottoinanen, zoo lezen wij in een Italiaansch militair tijd schrift, hoe lang vervlogen het tijdstip 'van hunne vestiging ook zijn moge, schijnen zich altijd slechts te beschouwen als overwinnaars in een veroverd land in elke staddie bezetting heeftzijn de kazernes dan ook altijd geplaatst in de oude versterkte kasteelen of als 't ware voor de eeuwigheid gebouwd en beveiligd tegen een on- verhoedscheu aanval, die toch weinig te vreezen is. Geene enkele stad in Europa (misschien Berlijn uitgezonderd)bezit zulke fraaie kazernes als Konstantinopelwaar zijmet de moskeeënde aan zienlijkste en merkwaardigste gebouwen uitmaken. Opgetrokken in gehouwen steenzoo gezond en zoo ruim mooglijkworden deze kazernes in een staat van zindelijkheid gehouden, die een zonderlinge Een geschiedschrijver zegtdat zij sinds vier eeuwen in Europa gelegerd zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 484