501
Men had er op gerekend, dat de nizam, de icJijad en de redif
van den eersten ban tegen 1878 voltallig zouden zijn. Reeds in 1875,
toen Herzegowina opgestaan iskon echter de reorganisatie, zonder
voltooid te zijnvrij goed gevorderd wezenmen zou dan reeds eer
biedwekkende strijdkrachten bezeten hebben. Maar daartoe zou het
noodig geweest zijn, de jaarlijksche oproeping van het contingent op
ongeveer 35000 man te houden. Het budget van oorlog, volgens
dien grondslag becijferd, vereischte jaarlijks 115 millioen franken.
Maar in 1870 is slechts vijf en tachtig millioen afgestaan geworden,
en in 1871 niet meer dan zes en zeventig millioen. Sinds de staking
van betaling aan de schuldeischers van den staat leeft men als vroo-
lijke Frans, van den eenen dag op den anderen, op avontuur, de
stuitendste schulden herhalende, en zonder zuiniger te zijn dan vroeger.
De contingentendie zwakker en zwakker worden, vertegenwoordigen
dan ook thans slechts een effectief, zeer verre beneden de raming.
In alle Europeesche legers bestaat zekere veranderlijke afwijking
tusschen de werkelijke sterkte aan kaders, aan effectieven, aan ma-
terieël, enz. en de organisatie, bepaald bij wetten, reglementen,
bureel-statenenz. Zoo in het Duitsche leger deze afwijking het ge
ringst schijnt, komt zij daarentegen in het Turksche leger het dui
delijkst uit. In het eerste is de feitelijkheid bijna een fotografie van
de theorie; in Turkije is b. v. het legerkorps, gelijk het bestaat in
het wilayet Bosnië, slechts een zeer ontrouwe kopie, een mager ge
raamte van hetzelfde korpszooals de archieven van het seraskieraat te
Konstantinopel het vertoonen. Men rekent, dat de helft ontbreekt.
Hoe zich dan nog te verwonderendat de opstand zich staande
houdt en zich uitbreidt? dat hij, van Herzegowina uitgegaan, Bos
nië voor zich wint en Bulgarijë bedreigt? Wij loochenen den ge
heimen invloed niet, dien men voelt, dien het moeilijk is aan te
wijzenmaar die in elk geval den toestand verergert. Zoo evenwel
het Turksche gouvernement niet in staat is de werking van dezen
invloed tegen te gaan, is het dan niet gedeeltelijk zijn eigen schuld?
Zeer zeker heeft die Regeering het kwaad vooruitgezien, gelijk de
hervormingsontwerpen van 1869 bewijzen, maar zij heeft de zedelijke
kracht gemist, om die ontwerpen met ernst te volvoeren.
B. Het militaire vraagstuk in Turkije.
Hierboven heb ikaan de hand van een Eransch krijgskundige, de
opeenvolgende hervormingen van het Turksche leger doen kennen.