502 Ik zal nu de hoogst leerrijke opgaven en beschouwingen van dien schrijver over het meer omvangrijke militaire vraagstuk in Turkije mededeeleu. Hij heeft ditmaal geput uit de Géographie stratégique van den colonel Sironi, uit het Itaiiaansch vertaald door den kapi tein Selmeruit de Nouvelle Gêograpliie Universelle van Elisée Eeclusuit het Bulletin et Revue militaire de Vétrangeruit Zes Series de Turquie van Ubicini; uit OrientGrèce et Turquie (1863) van Emile Isambert; uit Ze Montenegro contemporain (1876) van Prilley en Wlahowitsj. De geschiedenis toont ons, dat de reeks van militaire hervormin gen, in Turkijë sinds een halve eeuw beproefd, zich uit een politiek oogpunt openbaart in een tweeledige, tegenovergestelde uitkomst. Aan de Aziatische zijde is de ondeelbaarheid van het Ottomanische Eijk niet alleen ongeschonden gebleven, maar heeft zelfs de Sultan zijne heerschappij kunnen uitbreiden; zoo hebben de Turksche troe pen in 1871 de verovering van Hedjaz en Yemen, op de oostkust van de Eoode zee, kunnen voltooien. Aan de Europeesche zijde nemen wij een geheel tegenovergestelde beweging waarhet Ottoma nische Eijk verliest onophoudelijk grondgebied in het Schiereiland van den Balkandit wordt te gelijk in het noorden en in het zui den aaDgetast. Drie jaren na het vermoorden van de Janissaren, dat de nieuwere tijdrekening van het Turksche leger opent, verliest Ma homed Griekenland (1829); in 1830 wordt dezelfde Sultan ge dwongen, het zelfbestuur van Servië te erkennen; in 1841 houdt Egypte op een Turksche provincie te zijn en wordt de eigendom van Mehemed-Ali en zijn nakomelingen. De Krim-oorlog houdt deze verbrokkeling niet tegen het verdrag van 1856 verklaart Moldavië en Wallachijë vrij en vereenigt ze tot een vorstendom met eigen bestuur; het leenheerschap van Konstan- tinopel wordt beperkt tot het heffen van een cijns van achtduizend beurzen of negenhonderdduizend franken. In 1862 bepaalt de Con ferentie te Konstantinopelter gunste van Servië, dat de Porte slechts het recht zal hebben bezetting te leggen in de steden Belgrado, Chabatz en Semendria. In 1867 ontruimen de Turken deze drie laatste vestingen. Ook hier behouden zij slechts een schatting van vierduizend zeshonderd beurzen of vijfhonderdduizend franken. In 1862 barst een opstand in Herzegowina los; hij wordt ondersteund door Montenegro. Omer- Pacha dringt het vorstendom binnen; hij dwingt een traktaat af, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 489