511
Eveneens schijnt in het Servische leger de verhouding van de in
fanterie te gering. Deze telt slechts tweeduizend man, verdeeld in
vier bataljons van vier kompagnieën. Vooral de speciale wapenen, de
genie en inzonderheid de artillerie, vertoonen een aanzienlijk blijvend
effectief. Alleen de genie is duizend man sterkeen bataljon pio
niers en een bataljon pontonniers. Gegeven zijnde het moeielijke
der wegen en het groote getal rivieren begrijpt men het belangrijke
aandeel, dezen dubbelen diensttak toegekend De artillerie bevat
dertig mobiele veld-batterijenwaarvan 22 lichte, met een personeel
van ongeveer 1600 manschappen. De getalsterkte van deze twee
wapenen laat zich gemakkelijk verklaren. Zij maken het gedeelte
van het leger uit, dat het meest een bijzondere opleiding behoeft;
liet is dus van gewicht, de kaders zooveel mooglijk op oorlogskom
pleet te houden.
Dat is de vaste grondslag van het leger; hierop rusten de twee
lans der reserve. Deze wordt georganiseerd in overeenstemming met
de indeeling van het grondgebied; aan de zeventien departementen
(okroedjiés) beantwoorden achttien brigades.
De eerste ban of lichting vertegenwoordigt, in ronde cijfers, 90000
man; de kaders worden gevormd voor 80 bataljons infanterie (72000
man) en 53 eskadrons cavalerie (6000 man). Elke brigade bezit een
batterij veld-artillerieeen kompagnie pioniers en een sectie van de
volgende vier diensten: werklieden, trein, levensmiddelen, ziekenop
passers.
Eindelijk worden nog vier vestingbatterijen geworven voor de
bezetting van de vier groote versterkte plaatsen in Servië: Belgrado,
Semendria, Chabatz en Kladova.
De tweede ban moet dezelfde organisatie hebben, maar in 1875
was hij nog slechts onvolkomen samengesteld. De reeds voltallige
kaders waren bestemd voor 61 bataljons, elk van vier kompagnieën
van 225 man. Dit zou een nieuw effectief zijn van iets meer dan
57000 man.
Totaal generaal van het volksleger: 156000 man. Dit cijfer is
ontzettend hoog, als men rekening houdt met de bevolkings-dichtheid
Om dezelfde reden gemis aan goede wegen, brnggen en gebouwen in de land
streken waar de oorlog moet worden gevoerd moet ook de genie in Indië betrek
kelijk veel sterker zijn dan in de beschaafde Europeesche staten. Tof dusverre is
echter het tegendeel waar en kan dat wapen bij expeditiën, ook met de grootste in
spanning, slechts ten deele aan zijne verplichtingen voldoen. Z,