520
den Byzantijnschen Keizer staand rijk. In het jaar 1043 verdreef
Stephan Bogislaw de Byzantijnsche hevelhebbersen ziju zoon Michael
nam den titel van Koning van Servië aan.
Stephan Doesjan, de grootste Servische Yorst (13361356), on
derwierp Macedonië, Albanië, Thessalië, Noord-Griekenland en Bulgarije
en nam den keizerlijken titel Tsaraan. Maar onder zijn1 opvolger
werd het geheele rijk, ten gevolge van den ongelukkigeu slag bij Ko-
seuvopolje (Amselveld), op de hoogvlakte van Pristina (elf geografische
mijlen ten zuidoosten van Novibazar) vernietigd, geraakte onder Turksche
heerschappij en vrerd tot schatting en levering van troepen verplicht,
en eindelijk in het jaar 1459 geheel bij het Osinanische Rijk inge
lijfd, nadat ongeveer 200,000 menschen in slavernij waren weggevoerd
geworden. Het land werd onder de Turksche soldaten verdeeld, die
als grondbezitters en heerschende kaste zich tot een soort van aristo-
kratie ontwikkelden en gemeenschappelijk met de bisschoppen en pasja's
het volk uitzogen. In den loop der tijden kreeg echter het gebruik
burgerrecht, den Turken bepaalde afkoopsommen te betalen. De laat-
sten trokken nu in de. steden terug, terwijl de Serviërs het platte
land bewoonden. Niettemin bleef de stelling der Christelijke bevol
king rajastegenover de Turksche machthebbenden een hoogst druk
kende. Als b. v. een Serviër een1 Turk ontmoette, moest de eerste
van het paard stijgen en zijn wapenen afleggen; lichamelijke mishan
delingen vonden geen rechter; beleedigingen zwijgend op te nemen
was plicht voor de verknechte bevolking. Ten gevolge hiervan vorm
den zich rooverbenden. Wie wraak genomen had op een1 Turk, vluchtte
in de bosschen en werd uhaid.ukDeze haiduks verzamelden benden
en omgaven zich met den stralenkrans van volkshelden, in welke hoe
danigheid zij bij eiken opstand de aangewezen aanvoerders waren.
Zwaar had het land te lijden in de oorlogen tusscheu de Turken en
Oostenrijkers. Bij herhaling werd het aan een bijna volslagen
verwoesting prijs gegeven. Het ergst hielden de Janitsaren huis, die
in het land groote goederen bezaten en er naar streefden zich de
hoogste macht toe te eigenen. Toen men in Konstantinopel aanstal
ten maakte om de Christelijke bevolking tegen deze, ook de Porte
bedreigende pretorianen op te hitsenbesloten zij alle voor hen ge
vaarlijke besfanddeelen te verdelgen.
In massa vluchtte de bevolking naar de bergen en wouden bij de
haiduks. In Pebr. 1804 brak een oproer uit, waarvan George Pe-
trowitsj (door de Turken uzwarte George11 geheeten) het hoofd en de