540 meer dan eens den zeer bochtigen en uitgereden weg van Castiglione naar Donato af. Eene locomotief zonder aangehaakte wagens kan zich langs een cirkelboog van drie meters straal bewegen; de draaiïngscirkel wordt grooter naar het getal wagens. Zoo kan een trein van acht wagens, bij eene lengte van veertig meters, nog op een weg van tien meters breedte wenden. Een trein van het grootste getal wagens kan onder een rechten hoek zwenken op een' weg, die in zijne bochten eene breedte heeft, welke zooveel ellen meet als de trein wagens telt. Bij wendingen onder een scheven hoek moet de weg eene groote breedte hebben. Op klimmingen van 13 tot 14: 100 (-1-) kan de locomotief geen wa gens meer sleepen. In zulk een geval doet men ze, als de helling niet zeer lang is, alleen vooruit stoomen, plaatst ze op den top of het verdeelpunt en bezigt ze dan als locomobile, terwijl men de wagens met een kabel of ketting naar boven trekt. Men herhaalt dit telkens bij lange stijgingen. Zoo handelt men ook bij slechte of gladde baanvakken. De kleine bij de machine behoorende tender houdt water in voor vijf kilometers weg; hij kan kolen voor acht tot tien kilometers me- denemen. Bij lange tochten, waar noch op water noch op kolen te rekenen valt, moet men hiervoor afzonderlijke wagens in den trein medevoeren. In het uiterste geval kan zich met de aan den weg staande hoo rnen als brandstof behelpen. Tot het innemen van water is een in jector of inspuiter met lange linnen buis noodig, die in een put of grooteu plas gelegd wordtde waterspiegel mag niet dieper dan vier meters onder het vlak van den weg liggen. A. De algemeene tentoonstelling van voetbelcleeclingen te Bern. Men leest, onder bovenstaanden titel, in den Berner Bund van Juli jl.: Sinds veertien dagen hebben wij te Bern een even belangwekken de als rijke en leerrijke tentoonstelling. Zoo haar tot heden mis schien niet al de aandacht gewijd is geworden, die haar toekomt, ligt dit in elk geval niet aan haar, maar veel meer aan het invallen van andere gebeurtenissen van den dag, zoo als het vierde eeuwfeest van den slag bij Murteu (of Morat), vernielingen door overstrooming,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 519