544
genomen. Ook in het buitenland wekte zijzoowel bij fabrikanten
als bij wetenschappelijke mannen, een levendige belangstellingwaar
van de volgende cijfers welsprekend getuigenis afleggen
Van de 327 tentoonstellers telt Zwitserland er 123, Duitschland
93, Oostenrijk 48, Hongarije 15, Frankrijk 27, Italië 8Engeland
3, Zweden en Noorwegen 3, Rusland 2, Spanje 2, België 2, Lu
xemburg 1 (Nederland schittert door zijn afwezigheid, gelijk Turkije. A.)
Men vindt de volgende groepen
I. Voetmodellen in gips, ijzer of andere metalen, hout, ka-
oetsjoek, enz., die den voet voorstellen, zoowel in den normalen
toestand als met al zijn misvormingenzoodat de uitwerking van het
schoeisel op de vorming van den voet en op de geschiktheid tot loopen
in het licht treedt.
II. Leesten.
III. Ruwe grondstoffen, bestanddeelenpoetsgereedschap.
IV. Werktuigen en schoenmakersgereedschap.
V. Afgewerkte schoenen. (Het programma bepaalde//alles volgens
den rationeelen vorm", maar men heeft zich in de werkelijkheid in
geenen deele aan deze bepaling gehouden).
VI. Verzamelingen van gedragen schoeisel, die geschikt zijn om
dén uitslag der tot heden met den rationeelen vorm opgedane er
varing te doen kennenplastische voorstellingen uit de geschiedenis
van de voetbekleeding; letterkunde, enz.
Bij dit statistisch overzicht van de tentoonstelling zij nog gezegd,
dat de goed georganiseerde Weener schoenen-nijverheid groote be
langstelling in de zaak aan den dag legde, terwijl zich onder de
ledeu van het schoenmakersgild te Bern niemand is profeet in zijn
eigen land een uitdrukkelijke oppositie tegen de tentoonstelling
had verheven, die zich lucht gaf in bijna eenparige onthouding. Als oor
zaak hiervan werden de bepalingen omtrent den rationeelen vorm
aangevoerd, en het valt niet te loochenen, dat de oorspronklijke op
vatting van het programma tot misverstand aanleiding geven kon.
Daarentegen zijn door de Uitvoerende Commissie van de tentoon
stelling reeds den 25sten Februari jl. zulke duidelijke ophelderingen
in dit opzicht gegeven gewordendat men wel op het afzien van
verderen tegenstand had mogen rekenen.
Gaan wij tot de tentoonstelling zelve over. Groep I en VI ver-
toonen zich als een soort van cultuur- en natuurhistorisch museum
voor het vraagstuk van de voetbekleeding; Groep V heeft een on-