547 Groep II, leestenmoeten wij geheel aan de beoordeeling door vakmannen overlaten, daar zij bij den leek geen belangstelling wekt. Hier zijn verscheidene groote instellingen vertegenwoordigddie de leesten door stoomkracht bewerken. Groep Y daarentegen verdient aanbeveling bij een ieder, want hier treedt de economische zijde van het vraagstuk op den voorgrond. Hier is namelijk buitengewoon goedkoop schoenmakerswerk ten toon gesteld, waarvan de hoedanig heid, voor zoo verre men ze met een vluchtigen blik beoordeelen kan, niets te wenschen overlaat. In de afdeeling laarzen met hou ten zolen hebben wij zeer smaakvol fabrikaat van 5 tot 8 fran ken gezien. Eveneens bevat de glazen kast van de Milaneesche straf-inrichting zeer goedkoope en fijn bewerkte schoenen. De Weener schoenmakers-industrie vertoont licht en schaduw. De punt van de schoen wordt een snavel. De kleurenpracht bereikt de grens der volmaaktheid, zoo als van de balschoenen met zilver. Modewaanzin Maar ook het praktische en degelijke is er vertegenwoordigd, zoo als in een paar stevels voor Noordpooltochten. Wij willen de tentoonstelling niet verlaten zonder vooraf de vrien delijke uitnoodiging van den bestuurder der gevangenis te NeuchS.- tel te hebben aangenomen, en een paar van de aldaar onder zijn toe zicht vervaardigde rationeele schoenen te hebben beproefd. Yoor twin tig franken het paar krijgt men uitstekend werk. Zoo zij passen, zitten zij als aangegoten. Wij begroeten de tentoonstelling als een daad van waren vooruitgang. Aan den National suisse ontleen ik nog het volgende, om de me- dedeeling van den Berner Buncl aan te vullen: Groep III bevat tweehonderd soorten van schoennagelsdoor één enkelen fabrikant ten toon gesteld. De pantoffels zijn van een ondenkbaren rijkdom. Een paar uit Buda-Pesth, onder een klok geplaatst, is houderden franken waard. Er is een prachtige verzameling van schoeisel voor de bergen, zeer licht en zeer goedo. a. vervaardigd van tcrolcodillen-leder. Montenegro heeft schoenen gezonden, waaruit blijkt, dat men reeds sinds eeuwen pogingen in het werk heeft gesteld om het schoeisel tot de. natuurlijke gedaante terug te brengen. De hoogleeraar Meyer zelf, de vader der tentoonstelling, heeft twee paren schoenen gezonden, waarvan het eene, volgens zijn zeggen, gedragen is geworden door hem, het andere door zijn dochter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 526