555 Den 27en werden benoemd: de overste Du Perron tot koininandant van de rechtervleugel-linie, van sterkte I tot XXV, en de majoor Von Bihl tot kommandant van den linkervleugel, van No. XXV tot aan Bondjol hitam. Toen den 28en de laatste troepen waren aangekomen, werd omstreeks twaalf uren het kanonvuur op Bondjol geopend, dat echter dien dag niet veel uitwerking had. In de 12-ponder-batterij kon men van de vijandelijke werken bijna niets zien, zoodat het richten der stukken te veel naar gissing moest geschiedenook ondersteunden zich de verschillende batterijen niet altijd even goed en was het vuur daar door niet aanhoudend genoeg. Voorts werd dien dag de sterkte onzer verschillende bezettingen nader geregelden werden ook de troepen aangewezendie tot den aanval zouden worden gebezigd. Gedurende den nacht hield het vuren langzaam aan; doch den volgenden morgen werd het levendiger. Omstreeks 9 uur werd de buitentempel door een brandkogel getroffen en in vlammen gezet hij brandde ruim vier uren lang en stortte toen in. Het vuur uit den 12-ponder bleef steeds zonder veel uitwerking, vele brand kogels en granaten vielen reeds voor de kampong neder of ontbrand den en sprongen niet; alleen gelukte het den kapitein C. P. C. Steinmetz, van uit Padang Boeboe den vijand uit den daar aanwe zigen handmortier met succes te bestoken. In den namiddag werd een der mortieren van 20 dm naar No. XVIII overgebracht. Den 30en werd het in den nacht verminderde vuren weder met kracht voortgezet en toch zag men nog maar geene uitwerking. De binnentempel werd algemeen te veel als het eenige doel aange merkt en ofschoon er om 11 uur een huis aan de noordzijde der kampong in brand geraakte, dat later nog door een tweede werd ge volgdkon ons vuur den verdediger toch niet beletten, den brand even spoedig weder te blusschen. Den volgenden dag werden nog twee 12-ponders naar No. XVIII overgebracht en met zeer veel moeite op noodbeddingen in batterij geplaatst. Nu was ten minste een gedeelte van het zware geschut op de plaats waar het van nut zijn kon, waar het ook volgens het eerste plan dadelijk had behooren te worden opgesteld, en waar het thans werd aangewend om aan die zijde het bresschieten te bewerkstelligen. Veel ontbrak er echter aan, om dit met dien klem en regel te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 534