562 pitein Nilant, de luitenants Arthuis, Beijerman, Roggink, Croes, Baudouin, Ravens de kapitein Cyré, de luitenant Hartingh en eenige ontmoedigde soldaten achter eene kleine hoogte opgesteld; nog wat meer vooruit zag men met een dertigtal soldaten, meest flankeurs van de le ko.mpagnie, 6e bataillonden kapitein Steinmetz staan met de kapiteins Prowiro di Poero, Prowiro di Redjo en den luitenant Am- bon benevens een 20 tal doeblangs van Batipo, doch geen van allen, hoe ^root hun moed en stijdlust ook warenkon iets verder uit voeren. Om echter niet geheel werkeloos te blijven en het vuren van den vijand, dat steeds aanhield en nu ook uit het nabij gelegene Djam- ba en Pantjoran werd aangevangen, eenigszins te kunnen beantwoorden, had de kapitein Steinmetz den Generaal om een stuk geschut ge vraagd; en ofschoon hij weldra inzag, dat hij zich onder de aanwe zige omstandigheden toch niet staande zou kunnen houden en daarvan ook den Generaal kennis gaf door mondelinge mededeeling van den luitenant Yan der Hart, wilde deze het eens geopperde plan niet onbeproefd laten en moest een houwitser van 42/5 duim naar buiten worden gebracht. Daar hiervoor geene koelies noch hulptroepen disponibel waren, werd dit opgedragen aan eenige soldaten van de kompagnie van den luitenant Linkhand van het 6= bataillon. Naauwelijks aan de over zijde van het riviertje gekomen zijnde, werden acht hunner, en hieronder de korporaal der artillerie, door 's vijands vuur geblesseerd het stuk kwam evenwel vooruit tot aan de plaats waar zich de majoor Yon Bihl bevond, die nu eenige schoten met blikkendoozen liet doen, om den vijand uit het kreupelhout te verdrijven, waarin deze zich, van de zijde van Djamba, aan den oever der rivier begon op te stellen. Ofschoon deze poging gelukte, werd de positie der onzen toen hoe langer hoe hachelijker, terwijl de moed der manschappen door het steeds toenemende getal dooden en geblesseerden er niet op verbeterde. Intusscheu had de luitenant Yan der Hart den Iman van Soengei Poear met eenige doebalangs vooruit gebracht en rechts van den ma joor Yon Bihl doen postvattenbij welke gelegenheid de hoofdpeng- hoeloe door een schot in den buik doodelijk getroffen werd. Toen eindelijk de Generaal het stellige bericht ontving, dat men het in de aangenomen positiën niet langer kon volhouden, werd de luite nant Yan der Hart naar den majoor Von Bihl gezonden om te zeggen, dat deze terug kon trekken indien hij het noodig oordeelde, en dat t

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 541