565
daarvan zooveel doenlijk te voorkomen, moesten die worden bewaakt,
en, behalve dat de dienst hierdoor aanmerkelijk werd verzwaard, liet
de regeling der wachten meermalen te wenscheu over; dobbelen, hanen-
vechten en amfioen schuiven vonden bijna zonder tegenwerking plaats
kleeding en wapening waren in eenen toestand, welke belangrijke
voorzieningen eischte.
In dit alles werd dan ook getracht zooveel doenlijk verandering
te brengen, terwijl de le en 6C kompagnie van het 6e bataillon bij
kleine detachementen werden teruggetrokken.
Den 13cq December werd in de sterkte No. X een 12-ponder in
batterij gebracht, om van daar de vijandelijke sterkte a. te kunnen
beschieten; met datzelfde doel, en om tevens 's vijands schans b. te
kunnen bestokenwerd ook benoorden No. VIII eene batterij aan
gelegden eene derde bij No. XIX, tot het beschieten der kam
pongs Djamba en Kotta.
Ofschoon de zaken voor Bondjol nu eigenlijk eenigen tijd in sta
tu quo bleven, werden door den vijand toch aanhoudend kleine stroop
tochten gedaan en onze wegen onveilig gemaaktzoo werd onder
anderen ook de brievenpost tusschen Pisang en Samawang opgelicht
en de Penghoeloe Moeda van Pisang daarbij zwaar verwond.
Om dit zooveel doenlijk tegen te gaan en de communicatie uit
de bovenlanden met Bondjol open te houden en te verzekeren, werd
de kapitein A. Van der Hart met 80 bajonetten en eenige doebalangs
van Soengei Poear den 10Jen Pebruari 18.37 naar Samawang ge
detacheerd. Van hier uit werden nu aanhoudend patrouilles gemaakt
in de omliggende streken welke, naar ontvangen berichten door kleine
vijandelijke benden werden bezet gehouden; door het woeste en berg
achtige terrein waren deze tochten dikwijls zeer moeielijk en afmat
tend terwijl men maar zelden in de gelegenheid kwam, den vijand
te ontmoeten, en dan nog alleen slechts enkele personen, die zich
hier en daar in hinderlagen hadden gelegd, om op den weg te
stroopen of onze soldaten onverwachts te beschieten en daarna de
vlucht te nemen.
Zoo werd den 1™ Maart op den grooten weg naar Pisang een
Klingalees overvallen door een vijftiental gewapende maleiers en van
al zijn koopgoederen beroofd, kort nadat zij door eene patrouille
waren ontmoet en aan deze op hare vraag hadden geantwoord, zij zich
op bekomen bevel daar bevonden tot het omkappen van rimboe. Of
schoon zij spoedig na den gepleegden roof werden vervolgd op hunne