577 eerste nummers der loting bij de zeemilitie en een gedeelte hiervan bij het korps mariniers kunnen indeelen en hun werkelijken diensttijd natuurlijk langer moeten stelleu dan voor de landmilitie. Is deze bepaling voor velen drukkend en het gewicht hiervan dus niet te ontken nen, als verzachtende bepaling zou men dan de nummerverwisseling met de landmilitie kunnen toestaanwaardoor het overgaan van militiens van de landmacht bij het korps mariniers, zonder de toestemming van ouders of voogden, mogelijk wordt gemaakt. Yerder bepale mendat de zeemilitienna aan zijne militieplichten te hebben vol daan vrijgesteld wordt van alle scJmtterlijke diensten en dat een verblijf in de koloniën, waartoe niet dan bij gebrek aan de noodige vrij willigers en onder andere dringende omstandigheden wordt overgegaan, hem op dezelfde toelagebij het verstrijken zijner militiedienst aanspraak geeft, als aan schepelingen der marine wordt uitgekeerd voor elk jaar, dat zij in Indië hebben doorgebracht, zooals dan ooknaar ik meenreeds in de nieuwe regeling der pensioenen bij de marine is vastgesteld. //Het zou inderdaad eene schrikverwekkende bepaling zijn, waar door u uwe kinderen konden worden ontnomen, om ze u na eenige jaren dienst, in de tropische gewesten, soms naar ziel en lichaam bedorventerug te gevenschreef eens de redactie van de liberale Nieuwe Rotterdamsche courant in hare dagbladen van 7 en 9 De cember 1860. Zij was het niet eens, dat men de zeemilitie tijdelijk in Indië mag gebruiken. Ik geloof het tegendeel. Moet dan de zeemilitien als een perpetuum mobile steeds varende blijven of mag men hem alleen niet in onze bezittingen gebruiken Waarom sluit de Grondwet hem uitdrukkelijk uit van de verbodsbepaling, te dezen opzichte voor de landmilitie gemaakt? De aanwezigheid van mari niers op de hoofdplaatsen in Indië, waar marine-etablissementen zijn of moeten zijn, zou bovendien de gelegenheid geven, om in moeilijke omstaudigheden een gedeelte van het Indische leger, op die plaatsen in garnizoenvoor een ander doel te gebruiken, (f) Moet Indië met Nederlandsche strijdkrachten geholpen worden, dan is die hulp, zal zij in voldoende mate plaats hebben, volgens de Grondwet niet an- De zeemilitie in verband beschouwd met Nederlandsch-Oost-Indie. Zie Mili taire Spectator, I860. (t) C. H. F. Riesz. Het Indische leger en de zeemilitie. Zie Militaire Spectator, 1860. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 556