579 korps, bij gebrek aaa vrijwilligers, met behulp der zeemilitie uit te breiden. //I congratulate" zegt een Engelsch schrijver, die de geschiedenis der Engelsche mariniers heeft te boek gesteld //that gallant corps-; that useful, that invaluable link in the chain which connects the two services of the sea and landand which unites them in one common bond of union, good-fellowship, and interest." (f) Wie zal deze woorden niet gaarne ook op de Nederlandsche mariniers toepassen? Het Indische leger zeer zeker, dat gedurende ruim an derhalf jaar met de mariniers in Atjeh de gevaren van den oorlog in zoo voldoende mate heeft gedeeld. Laat ons wenschen dat wanneer onverhoopt wederom eene groote behoefte bestaat aan eene tijdelijke uitbreiding der Indische strijdkrachtenNederlandin stede van eene In dische brigade van twijfelachtig nut, een gedeelte van het korps mariniers naar deze gewesten zal zenden, om een deel van het leger uit te maken. Hetgeen in de vorige alinea wordt gezegd, betreft meer het ge bruik van de mariniers in Iudië onder buitengewone omstandighede Die omstandigheden hebben zich tijdens de eerste periode van den Atjehschen oorlog voorgedaan, en de ondervinding heeft bewezendat men de Nederlandsche zeesoldaten ook als veldsoldaten heeft kunnen gebruiken. Thans een woord over hunne diensten in Indië onder gewone omstandigheden. Wie zich ten doel stelt, de samenwerking van land- en zeemacht te behandelenzal een groot deel van zijn arbeid moeten wijden aan de landing van eene troepenmacht op vijandelijke kusten. Eene lan ding, zegt men, moet voornamelijk door de marine en niet doorliet leger worden, belet. Daarom speelt de marine daarbij de hoofdrol en zal men zich ook de vraag moeten stellen welke diensten daarna door de marinetroepen aan den vasten wal behooren te worden ver richt. Dit onderwerp behoeft vooreerst in een Indisch militair tijd schrift niet behandeld te worden. Later, wanneer het Indisch defen siestelsel, dat door de regeering definitief zal worden vastgesteld, aan eene publieke bespreking mocht worden onderworpenkomt dit Zie P. M. Netscher, Beschouwingen over ons militiestelsel naar aanleiding van het nieuwe ontwerp van wet op de nationale militie, 1861. (f) The royal marines, Colburns united service magazine, 1875. De Bas, Zie Verslagen vereeniging krijgswetenschap, 23 October 1874, 12 Maart en 30 April 1875. Den Beer Poortugael, Onze kustverdediging.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 558