580 onderwerp, bij de discussie over de verdeeling van de levende strijd krachten bij leger en marine, van zelf ter sprake. En tot zoo lang heeft het, geloof ik, zijn nut daarover te zwijgen, om althans op dit oogenblik geen noodeloos werk te doen. Yan meer waarde is het hier, onze aandacht te wijden aan het gebruik der marinetroepen bij de gecombineerde expeditien van land en zeemacht in den Indischen archipel. En van zelve behoort daar toe de landing der expeditionaire troepenmacht op de eene of andere vijandelijke kust. Op den kommandant van het expeditionair eskader rust de groote verantwoordelijkheid van de beveiliging en het mogelijk maken der landing. Hij moet alle middelen daartoe ter beschikking stellen van den aanvoerder van het landingskorps. Hij heeft gedurende het tijdsverloop tusschen het debarkement der troepen op de landing- sloepen en het voet aan wal zetten der soldaten eigenlijk gezegd het lot der expeditie in zijne handen. De kommandant van het lan dingskorps is dan aan de leiding zijner troepen gedurende dat tijds verloop onttrokken, omdat de regeling en uitvoering van het de barkement tot het gebied der maritime aangelegenheden behoort waarin hij geheel vreemdeling is. Zijn de barkassen en sloepen welke de landingstroepen moeten overbrengen, eenmaal in beweging, dan luistert alles, bij de grootst mogelijke orde en stilte, naar ééue stemdie van den marine-officierbelast met de leiding van het debarkement. Deze geeft zijne bevelen aan de kommandanten van de stoomschepen, stoomkanonneerbooten en gewapende sloepenwelke de landing der troepen moeten beschermen; aan hem zijn ook onder geschikt de kommandanten der stoombarkassen welke de debarkements- sloepen voortslepen. De richting, welke deze naar het landingspunt moeten volgen, de plaatsing der sloepen in de eerste of tweede linie der opvarenden, de zwenkingspunten voor de op de vleugels ge stationeerde stoomschepen, dit alles behoort meer tot het zuivere gebied van de marine. De mariniers treden dan hierbij op als troepen, die op de gewapende sloepen, hetzij door hun geweervuur, hetzij bij de bediening van het geschut, het landingskorps moeten ondersteunen, voor zoover zij namelijk niet zeiven daarbij zijn ingedeeld. De vraag doet zich dus hier al dadelijk vooruit welke bestand- deelen moeten de landingstroepen bestaan. Worden hiervoor slechts de troepen der landmacht gebruikt of neemt ook, wat men noemt de marine-landingsdivisie onmiddellijk deel aan de landing der expe ditionaire troepen Zoodra deze voet aan wal hebben gezetkomt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 559