590
spoedig in onze handen gevallen. Nog vóór dat de expeditie van
Celebes was geëindigd, brak de Java-oorlog uit, die van 1825 tot
1S30 duurde. Het aandeel, dat de marine en ook de mariniers in
dezen merkwaardigen oorlog haddenis reeds hierboven gedeeltelijk
beschreven hoofdzakelijk in de jaren 1825 en 1826 was dat aandeel
groot. Wij zagen o. a. de mariniers onder den majoor Elout in het
Demaksche, en ook hierbij onderscheidt zich wederom de vaak genoemde
luitenant Van den Velden met zijn detachement van de Javaan,
sterk 80 mariniers. De kolonne Elout rukte tot Poerwodadi door
en hier bleven de mariniers tot in 1826 in bezetting achter. En hoe
ook de kritiek over den Java-oorlog moge luiden, de equipages van
de DoLphijnEuryclice, Maria van ReigersbergenJavaan, Bellona
Pollux Circé en Komeet hebben gedurende dien oorlog met het leger
in den roem en de gevaren der verschillende gevechten gedeeld die
bij Eembang, DemakPadangan, Toeban, Madioen en elders werden
geleverd.
Het jaar 1830 voert ons terug naar Nederland. Een detachement
mariniers bevond zich in dat jaar onder kommando van een luitenant
in de vesting Dendermönde, waar het zeer goede diensten bewees.
Bij de ontruiming der vesting trokken de mariniers naar Vlissingen
terug, om spoedig daarna zich naar Oostburg in Staatsvlaanderen te
begeventer versterking van een aldaar geposteerd detachement ma
riniers. Ook bij het bombardement van Antwerpen door Chassé worden
de mariniers genoemd. De organisatie der landsverdedigingwelke
daarna plaats vond, mocht het korps mariniers niet vereenigd laten.
Zij werden voor het grootste gedeelte over de verschillende oorlogsvaar
tuigen verdeeld, die bij de verdediging der stroomen de drie liniën van
defensie te water uitmaakten; maar niet allen konden aan den strijd
tegen het opgestane deel van het koninkrijk deelnemen, waardoor
verscheidene officieren der mariniers dank zij de schaduwzijde van
eene betrekking, welke hun, ook thans nog (zoo als b. v. bij In
dische expedition), niet altijd het voorrecht gunt, hunne eigene
manschappen in den oorlog aan te voeren aan den wal overkompleet
waren en deze het verzoek deden om tijdelijk bij het leger te velde
A. W, P. Weitzel, De oorlog op Java, 2 dia. Zie ook hetzelfde ia den
Militairen spectator, 2e serie. Jhr F. V. A. De Stuers Mémoires sur la gnerre de
Tile de Java de 18251830. Hetzelfde werk, vertaald door H. M. Lange en met
aanteekenningen voorzien.