597 doen voortduren? Maar niet alleen in het noordwestelijk gedeelte van dezen archipel tierde de zeeroof welig; ook bij den Riouw- en Lingga-groep was dit tot voor eenige jaren onlangs nog het gevalen hoe veel hoort men tot op den huidigen dag niet spreken van zeerooverstoch- ten in den Ternataanschen, Ambonschen en Bandaschen eilandengroep of de haar omringende zeëen? In 1874) werd een Duitsche barkdie bij Makassar gestrand wasdoor zeeroovers afgeloopenen wat had de regeering moeten antwoordenindien de Noord-Duitsche diplomatie met recht op betere bewaking van onzen archipel door onze eigen oorlogschepen had aangedrongen Het hierop door een eerlijk man te geven antwoord zou niet moeilijk zijn en ons langzamerhand met het denkbeeld gaan vereenzelvigendat de marine buiten hare schuld in een toestand is gekomen, gelijk aan dien van de oor logsmarine der Republiek in het midden der vorige eeuw, toen de euveldaden der Barbarijsche zeeroovers telken jare met geschenken van Hunne Hoogmogenden moesten worden afgekocht, in stede dat eene krachtige oorlogsmarine dien Mohamedaansc'hen zeeschuimers aan hare afkomst herinnerde; doch daartoe was zij door het bestaande stelsel van bestuur niet in staat. Buiten den Iudischen archipel vindt men tusschen de jaren 1830 en 1864 alleen melding gemaakt van eene expeditie naar de kust van Guinea in 1838 onder den generaal-majoor Verveer, waarbij zich ook een detachement mariniers bevond; doch van hunne bijzondere verrichtingen vindt men niets meldenswaardigs opgeteekend (f). Worclt vervolgd). Zie ook Dr. J. J. De Hollander, land- en Volkenkunde van Ned. O. I. I. bl. 59, 3e. druk. (f) Zie b. v. Krijgskundige mengelingen van den Militairen Spectator (18561860).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 576