50
Omtrent de beproeving, bij de bereden wapens, van een nieuw
model revolver-pistool en een nieuw model sabel zijn nog geen af
doende resultaten bekend.
Geschut. Met de geregelde aanvulling van het materieel der veld-
batterijen (getrokken kanonnen van 8 c. M. zwaar) werd voortgegaan,
in afwachting dat de beproeving der uitgezonden vuurmonden van
Italiaanschen en Oostenrijkschen oorsprong nadere gegevens zal heb
ben verschaft tot wijziging van dat materieel.
In Februari 1875 werden nog een zestal achterlaadkanonnen van
12 c. M.die op het oorlogsterrein voortdurend de beste resulta
ten oplëverdenuitgezonden ter completeering van het materieel
der vesting-artillerie.
Het stalen bergkanon van 6 c. M.door den heer Krupp der Ke-
geering aangeboden, wordt nader onderzocht; inmiddels zijn nog 20
petrokken bergkanonnen van 8 c. M. hier te lande besteld.
De aanschaffing van zwaar kustgeschut zal zich, in verband met
de in Aederland te nemen beslissing, voorloopig bepalen tot een
zestal getrokken ijzeren kanonnen van 24 c. M. voor de positie Tji-
latjap, die nog in dit jaar gereed komen; de uitzending zal plaats
hebben zoodra te Tjilatjap het noodige tot de lossing enz. zal zijn
in gereedheid gebracht.
Het gebruik der mitrailleurs te Atjeh heeft geen aanleiding ge
geven tot vermeerdering van deze geschutsoortofschoon zij enkele
malen als flankgeschut te Penajoeng dienden en den te dicht opdrin
gende vijand met groot verlies deden terugdeinzen, schijnt het me
chanisme over het geheel in de praktijk niet te hebben voldaan het
snelvuur werd daardoor vertraagd en alzoo de bruikbaarheid als veld
geschutin het dicht begroeide terrein te Atjeh toch reeds gering
niet verhoogd.
Proef- en schietvelden. Na eene reeks van onderhandelingen, die
aanvankelijk dreigden te zullen afschuiten op de hooge eischen der
eigenaars, is thans te verwachten dat in de 2de militaire aldeeling
binnen kort een begin zal kunnen worden gemaakt met de inrichting
van een artillériekamp en proefveld nabij Adiredjo (Banjoemas).
Een nader overleg met het Indisch Bestuur heeft de wenschelijk-
heid doen zien dat ook in de 1ste militaire afdeeling, althans voor
loopig, zoo lang nog verschillende vraagstukken omtrent de aanschaf-