604
het slagveld gekomen, en men vermoedde, dat zij ditmaal minder
een fourrageering bedoelden dan een doorbreken naar Straatsburg.
De gordelbaan in de keel van gedetacheerde werken moet natuurlijk
niet eerst bij de wapening van de plaats worden aangelegdmaar
moet dan reeds bruikbaar zijn om bouwstoffen, wapenen en levens
middelen aan de forten te verschaffen. Het doelmatigst zal het daar
om altijd blijven, zulk een gordelbaan zoo vroegtijdig aan te leggen,
dat zij reeds bij den opbouw van de forten nuttig kan zijn. Wel
is waar kunnen de oneffenheden van het voorliggende terrein zoo veel-
beteekenend zijn, dat men van den bouw eener gordelbaan moet af
zien. In zulk een geval moet elk grooter fortvan zijn keel tot
de hoofdvesting, met een spoorweg verbonden zijn. Ligt het fort
echter op een steile hoogte, zoo moet het spoor ten minste zich
uitstrekken tot den voet van deze hoogte.
Deze naar de voorliggende vestingwerken geleidende spoorstaven
liggen in den zoogenaamden tusschenrayon, en moeten in zulk een
richting gelegd wordendat zij niet kunnen worden geënfileerd.
Tegen zijdelingsch vuur beveiligt men ze door terreingolvingen, of
men dekt ze door het opwerpen van glacisvormige werken.
Zulke dekkingen van de landwegen naar de forten vindt men hier
en daar in de vestingen, want de verzekerde voorziening der forten
van munitie als anderszins maakt ze noodig. Zoo moest men b. a.
in 1807 te Kolberg er toe overgaan, eene loopgraafvormige verbinding
tot stand te brengen tusschen de schans Wolfsberg en twee re
doutes, om munitie en anderen voorraad naar de laatsten te voeren,
zonder daarbij door den vijand te worden gezien (Archiv, VI, p. 12).
Aan al de spoorwegen, die de hoofdvesting met haar verbinden,
moet groot gewicht worden gehecht. Worden namelijk de forten met
den geregelden aanval vereerd, of treden zij als zijdelingsche werken
tegen een geregelden aanval opzoo hebben deze sporen het buitenge
wone voordeel, deze kampplaatsen in elk tijdperk van den aanval tijdig
van allerlei benoodigdheden voor de verdediging te kunnen voorzien.
De spoorwegen in het binnenste der vesting, die van de maga
zijnen voor bouwstoffen, van wapenen en andere strijdmiddelen, van
de hospitalen enz. naar de aangevallen vestingfronten voerenkunnen
blijkbaar eerst worden aangelegd, als het uitgemaakt is, welk front
de vijand voor zijn aanval heeft gekozen. Reeds uit deze omstandig
heid volgt, dat de bouw van deze spoorwegen moet worden volvoerd
op eene wijze, die zoo min mooglijk tijd en arbeidskrachten in beslag