605 neemt. Men zal das van het opwerpen van een aarden spoorwegdam afzien en de dwarsliggers op de bestrating leggen, de geringe oneffen heden van het terrein overspannende door de dwarsliggers te doen rusten op ingedreven palen van sterk gekloofd hout. Dat spoorstaven, die op ingeheide palen van gekloofd hout rusten, in staat zijn jaren lang aanzienlijke lasten te dragenis voor den schrijver dezes geen punt van twijfel. Op zijn voorstel namelijk werden in eene vesting aan den Rijn de zwaarste vuurmonden, zelfs bomkanons van 120 centenaars, op waterpasliggende spoorstaven geplaatst, terwijl deze op ingeheide palen van sterk hout rustten. Ofschoon de spoorstaven dezer geschutstellingen op gelijke hoogte als de borst der daarbij hoorende affuiten boven den bodem lagen, om het plaatsen van de vuurmonden op de affuiten gemakkelijk te makenen ofschoon de zwaarste stukken op dit ongeveer vier voeten hooge spoor bij herhaling heen en weer bewogen waren geworden, was dat toch in een tijdsverloop van eenige jaren niet gezakt. Uit deze ervaring volgtdat de sporen in het binnenste der staden zelfs in den tusschenrayonal de dalingen van het terreindie niet dieper dan vier voeten zijnop ingeheide palen van een vierkanten voet in doorsnede, veilig zullen overschrijden. Als beweegkracht op al deze vesting-spoorwegen zal men zich van paarden moeten bedienen, om zijn eigen munitie niet door de von ken in gevaar te brengendie de schoorsteen der locomotief uitwerpt, en om door den opstijgenden wasem en rook het vervoer niet aan den vijand te verraden. De paarden tot het voortbewegen van de wagens belmoren tot de transport-stations van het artillerie-depot. De aanleg van dergelijke spoorwegen is het werk van de genie. Tot bewaking, onderhoud en exploitatie van alle vesting-spoorwe gen wordt het noodige baanpersoneel (chef van de baanbaanwachters, wisselaarsremmersenz.) genomen uit beambten van spoorlijnen die door den oorlog tot werkeloosheid werden gebracht. Dit personeel moet echter worden ingelijfd bij eene kompagnie vesting-pionniers of fortificatie-werklieden, ten einde tucht, orde en stiptheid te bewaren. In vestingen, die reeds door een spoorlijn gesneden worden, zal men misschien slechts verplicht zijnenkele spoorvertakkingen naai de verschillende militaire inrichtingen, magazijnen, depots enz. aan te leggen. Altijd zal eene reeds bestaande baan den bouw van zij takken en van een gordelbaan in de keel der forten begunstigen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 584