613
deelen der vesting op beide oevers te onderhouden en door water geschei
den vestingwerken van troepen, geschut, munitie en mondtocht te
voorzien, als ook de gewonden en zieken naar het hospitaal te voeren.
Voor de aanvallende ondernemingen (uitvallen), zoowel als tot be
veiliging van onze bruggen zullen wij gemakkelijk-beweegbare rivier
vaartuigen behoeven, daar de vijand ons anders overal zou kunnen
voorkomen. Hieruit volgt, dat de vestingflotilJe uit gewapende stoom-
booten bestaan moet, waardoor het voordeel behaald wordt, zelfs ver
verwilderde rivier-versperringen onder geschutvuur te kunnen houden
en onze wachtschepen ver te kunnen vooruitschuiven, om ons zoo
spoedig mooglijk van de nadering van een gevaar te onderrichten.
In elk geval is het dus raadzaam, de vestingen aan grooterivieren
met eenige gepantserde kanonneerbooten uit te rusten, Zoo dit
echter niet kan worden volvoerd, hetzij om redenen van spaarzaam
heid of te beperkte ruimte van het vaarwater voor manoeuvreeren,
zal men toch niet mogen verzuimen, uit de rivier-stoombootendie in
vredestijd voor het verkeer gebezigd wordende daarvoor het meest
geëigende schepen te kiezen voor de vorming van eene vesting-flotille.
Hiervoor zullen voornamelijk de zoogenaamde plaatselijke stoombootjes
in aanmerking komen. Het spreekt van zelfdat men alle andere rivier
vaartuigen moet doen zinken, opdat zij den vijand niet kunnen dienen.
In een opstel in den zes-en-zestigsten Band van het Archiv für
Offiziere des Artillerie- und Ingenieur-Corps van het jaar 1869 wordt
op bl. 138158 op de mooglijkheid gewezen, de personen en sleep-
stoombooten tot verdediging van den Rijn met houten balken te pant
seren en met vier tot zes stukken te wapenen en worden Mainz Coblenz
en Keulen als stations voor een Hotille van stoomschepen voorgesteld.
Voor wachtschepen advies-vaartuigen en diensten binnen het bereik
van het geschut der vesting zouden, gelijk gezegd, de plaatselijke
stoombootjes voldoende zijn.
Het personeel voor de stoombooten en sloepen zal gemakkelijk uit
de inwoners, die zich aan de scheepvaart wijden, zijn aan te werven.
Het spreekt van zelf, dat het bij de kompagnie vesting-pontonniers moet
worden ingelijfd om de krijgstucht, orde en stiptheid te kunnen doengelden.
In de vroegere hoofdstukken over middelen van verkeer in vestingen
en haar rayons hebben wij de voordeelen, ja de noodzaaklijkheid doen
kennen van de organisatie van
eene spoorweg-afdeeling en
eene scheepvaart-afdeeling.