bombardement des morgens om half twaalf staken, en zond den burgemeester van Thonnelle binnen de vesting om haar op te eischen. Zoo men toevlucht moest nemen tot een Franschman, tot een burge meester, was dit, omdat de plaatselijke commandant gedreigd had te zullen doen schieten op den eersten Pruisischen parlementair, die zich zou vertoonen. Daar de terugkomst van den burgemeester zich te lang deed wach ten, gelastte de prins de hervatting van het bombardement. Maar ziende, dat zijn pogingen zonder uitslag zouden blijven, deed hij na verloop van een uur het vuur staken, en gelastte zijnen troepen af te trekken en hunnen marsch op Parijs voort te zetten. Deze aanval kostte den Pruisen vier man en zes paarden. Hunne artillerie had in het geheel 3812 granaten op de stad en de vestingwerken geworpen. De aflevering spreekt vervolgens over de overgaaf van Laon, welks citadel onder de bevelen van den generaal Theremin stond. Zij ver haalt op de volgende wijze het onheil, dat de overgaaf van deze vesting vergezelde. De laatste krijgsgevangenen onder de Fransche verdedigers hadden pas hunne plaats aan de Duitschers ingeruimd en trokken de cita del uittoen slag op slag twee geweldige ontploffingen gehoord wer den. Toen de rook opgetrokken was, zag men, dat het kruitmaga zijn in de lucht was gevlogen. Deze uitbarsting had in de citadel en in de naastbij gelegen wijken der stad onbeschrijflijke verwoestingen aangericht. De meeste personen, die zich in de citadel bevonden, lagen dood of bedenklijk gekwetst. De Franschen verloren driehon derd der hunnen. De Pruisen hadden 42 doodenwaaronder 3 officieren, en 72 gekwetstenwaarvan twaalf officieren. Onder de laatsten bevonden zich de hertog Wilhelm von Mecklenburg-Schwerin, de colonel graaf von der Groeben en de majoor von Schönfels van den staf. Uit het gehouden onderzoek schijnt te blijken, dat deze ramp te wijten was aan een geschutbewaker, genaamd Henriot. De Pruisen vonden in de citadel25 stukken200 geweren en een rijken voorraad munitie. In een terugblik, dien de schrijver aan het slot van zijn hoofd stuk werpt op de bewegingen der Duitsche troepen tot insluiting van Parijs, is er sprake van den generaal Ducrot, dat is te zeggen van de wijze, waarop deze officier zich gekweten heeft van zijne verbintenissen jegens de Pruisen. 623

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 602