627 regeld beleg zoude overgaan en het geschut tegen de vesting zou doen spelen. Men rekende een weinig op de moedeloosheiddie zich zou kunnen meester maken van eene bevolking, meer dan twee mil- lioen zielen sterkvan eene bevolkinggevoelig gestoord in hare dierbaarste gewoontenen die zich ten eenemale zag overgeleverd aan hare eigene hulpbronnen. Het is ook waar, dat eene langdurige vol harding aan deze bevolking den tijd en de gelegenheid kon geven om de massa's in uitmuntende soldaten te herscheppen en het overige van het land in staat te stellen zich te wapenen en nieuwe legioenen te vormen. De Duitschers waren er wel op bedacht hun geschut tegen de vesting te doen optreden, maar zij werden weerhouden door de beden king, dat zij slechts over een zeer smalle gemeenschapslijn met hun laud beschikten. De eenige spoorweglijn in hunne macht werd be- heerscht door de vesting Touldie zich nog in handen van de Branschen bevond. Bovendien belette de volslagen vernieling van den tunnel van Nanteuil den Pruisen (en moest zij hun nog lang beletten) het belegeringspark, dat zich nog iu Pruisen bevond en omstreeks half Augustus was georganiseerd geworden onder de muren van Parijs te brengen. Om dit park aan te voerendat uit drie honderd stukken van zwaar kaliber en uit munitie bestonddie voor het oogenblik" vijfhonderd schoten per stuk moest geven, moest men ongeveer 4500 voertuigen met vier radereu requireeren en ten minste 10,000 paarden. Men moet er nog bijvoegendat de eenige spoorweg waarover de Pruisen voor 't oogenblik beschikten, vóór al het andere moest dienen tot het vervoer van de depöt-mauschappenvan de ambulance-voorwerpenvan de equipements-stukken enz. voor het insluitende leger. Door zijne eerste daden had het Pransche gouvernement, dat men pas had gevestigd, duidelijk het voornemen aan den dag gelegd, dat het overigens te kennen had gegevenzich tot het uiterste te ver dedigen. De verschrikkelijke toestand evenwel, waarin de hoofdstad gedompeld was, boezemde de Regeeriug de gedachte in, te trachten zich met den overwinnaar te verstaan. Daar de inneming van Toul eene volstrekte noodzaaklijkheid was, was den 8™ Sept. in het Duitsche hoofdkwartier tot het beleg van deze sterkte besloten geworden. De schrijver maakt vervolgens melding van de maatregelendie den 15™ Sept. bevolen werden met het oog op een vollediger in-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 606