629 het Fransche grondgebied aan Duitsehland zou aannemen, moesten de gedachtenwisselingen tusschen hem en den heer Bismarck zich bepalen tot het onderzoek van het vraagstuk van een wapenstilstand, met het oogmerk om aan het Fransche volk de gelegenheid te ver schaften, eene wettelijke macht in het leven te roepen, die in staat was de volmacht van de uit de omwenteling voortgesproten Regee ring goed te keuren en het vredesverdrag, dat gesloten zou kunnen worden, te bekrachtigen. Daar eene staking van de vijandelijkheden aan de Franschen alleen voordeel kon bezorgenstelde de Koning van Pruisen als noodwen dige voorwaarde van den te sluiten wapenstilstand de overgaaf aan Pruisen van de vestingen Bitche, Toul en Straatsburg. Voor Metz moest alles in denzelfden toestand blijven, maar wat Parijs betrof, liet Bismarck aan de Fransche Regeering de keus tusschen hand having van de insluiting, en bezetting van enkele forten door Pruisen. Ingeval de insluiting werd voortgezetzouden de door het volk te kiezen vertegenwoordigers zich vereenigen te Tours. De heer Jules Favre antwoordde, dat hij niet zou toestemmen in den afstand vanStraatsburg noch in dien van een der Parijsche forten, maar dat hij omtrent de andere .voorwaarden zijne mede-mi nisters zou raadplegen. En hij sloeg weder den weg naar de hoofd stad in. Den 21en Sept. ontving de heer Bismarck van het Fransche gou vernement een brief, waarin men hem berichtte, dat men de door hem gestelde voorwaarden niet kon aannemen. Weinige dagen na deze vruchtelooze onderhandelingen vernam het Duitsche hoofdkwatier de overgaaf van Toul en Straatsburg. Toul, gelegen in een dal van drieduizend passen breedte, werd toen slechts verdedigd door negen gebastioneerde fronten, die de stad omringden, en door eenige werken, die daarbuiten, maar op geringen afstand van de omwalling, waren opgeworpen. De aanval zou moeilij ker geweest zijn zoo men zorg gedragen had, de hoogten te versterken die de stad beheerschenen zoo de vesting ruim van kazematten was voorzien geweest. De Duitschers konden alzoo zonder bezwaar hunne batterijen opwerpen op de Cöte-Barineden Mont-Saint-Michel> de hoogten van Dammartin en het plateau van Cholay; en door de wijnstokken, waarmede de hellingen beplant zijn, kon de Duitsche infanterie zich nestelen in de onmiddellijke nabijheid van het glacis en de wallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 608