630 De vesting stond onder het bevel van den majoor Stuck, die te beschikken had over eene bezetting van nagenoeg 2300 man en 70 stukken. Onder deze 2300 man bevonden zich 1200 mobiele gardes, behoorende tot het 3e en het 4e bataljon mobielen van het departe ment der Meurthe. Doordien de majoor Stuck aanhoudend de verschillende opvorde ringen tot overgaaf had afgewezen moesten eindelijk de Duitschers, die een buitengewoon hooge waarde hechtten aan het bezit van eene plaats, die hunne eenige gemeenschapslijn met het vaderland sneed, besluiten tot een regelmatig beleg. Onder bescherming van eenige kompagnieën infanterie, die zij tot den spoorwegdijk hadden voort- geschoven, gelukte het hun, in den nacht van den 9™ op den 10™ Sept. twee mortier-batterijen op te richten op de helling van Cöte- Barine. Toen eene laatste opeisching, tot den bevelhebber gericht, geen gelukkiger afloop had gehad dan de vorige, openden deze batte rijen den 10en om zeven uur des morgenseen zeer hevig vuur tegen de vesting, die het krachtig en met eenigszins gelukkigen uitslag beantwoordde. Toen hij weldra bemerkte, dat zijne aanvalsmiddelen ontoereikende waren, deed de Groothertog van Mecklenburg-Schwerinwien de operatie was toevertrouwd geworden, dienzelfden dag het vuur staken en vroeg hij om versterking. Men zond hem de 17e divisie infan terie, de 17e brigade cavalerie en drie batterijen der 2e divisie landweer. Deze troepen, die tot dus verre gediend hadden bij de insluiting van Metz, kwamen den ]2™ en 13™ onder de muren van Toul, waar zij den 17en en den 18™ versterkt werden door drie Pruisische kompagnieën vesting-artillerie, medebrengende 26 stukkeu van zwaar kaliber, die dadelijk in batterij werden gesteld. Ten gevolge eener afspraak tusschen den Groot-Hertog van-Mecklen- burg-Schwerinden commandant der vesting-artillerie, den colonel Bartschen den eerstaanwezenden genie-officier, majoor Schumann, werd beslist, dat het geschut zijn vuur zou richten tegen de bastions 3 en 4. Men moest daarvoor in het geheel twaalf batterijen in wer king brengen. De Groothertog van Mecklenburg-Schwerin den 16™ Sept. tot gouverneur van Rheims benoemd zijnde geworden, werden de ope ration sedert bestuurd door den luitenant-generaal von Schimmelmann. Aangezien men geene uitvallen van de Toulsche bezetting te vree zen had, konden de Duitschers van hun insluitingskorps een regi-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 609