637 de bereiding van het eten zelve nog slechter. Het wordt daarom en terecht als een groote vooruitgang aangemerkt, dat sinds 1873 de Staat den troepen het vleesch levert, en wel voor 80 centimes het kilogram, terwijl het hem zeiven op fr. 1, 25 te staan komt. Wij ders wordeningevolge een beschikking van den Maarschalk-President van 22 Mèi 1873, de koks voor een tijd van twee of drie maanden aangesteld. Yroeger wisselden zij escouadesgewijze af en nog wel hoe ongelooflijk het schijne daaglijks. Wij vernemen ook dat in de Engelsche legerplaats te Aldershot eene keukenschool bestaatwaar heen elk regiment een onder-officier zendt tot opleiding in de kook kunst. Eene voorzeker zeer navolgenswaarde inrichting, want ook in Duitschland zijn menage-keukens, waar het eten beter zijn kon. Ver volgens worden stoomkooktoestelleu en afwisseling in het menu of de spijskaart van den soldaat aanbevolen, en volgen beschouwingen over marschkeukens en duurzame levensmiddelen. (In Indië spreekt men altijd van verduurzaamde levensmiddelenwat taalkundig even weinig te verdedigen is als een vervoedzaamde schotel of een verleerzaamde scholier. D.) Het denkbeeld van de eersten (marschkeukens) dagteekent van den Maarschalk van Saksenen zij hebben zeker een toekomst. De laatsten (de duurzame levensmiddelen) zijn bijna overal ingevoerd, maar in Erankrijk nog niet-, gelijk het werk klaagt. Zij moeten zóó zijn dat de soldaat ze, zonder veidere toebereiding, niet eten kan, dewijl hij anders, ondanks alle toezicht, de voor eenige dagen be stemde en ook toereikende hoeveelheid op een enkelen marsch verteert. Onze erwtenworst wordt bijzonder en zonder beperking geprezen. Daarop volgen de dranken en neemt de koffie, voor het eerst, op Larrey's raad, aan de troepen in Egypte gegeven, de eerste plaats in. Omtrent de huisvesting wordt ons verhaalddat nog tot 1824 in Erankrijk twee man in één bed moesten slapen. In plaats van de ledikanten worden in 't algemeen de hangmatten aanbevolenen in zake gebouwen het uit Engeland afkomstige blok- of paviljoenstelsel bepleit. De inwendige stoffeering van de Eransche kazernes liet en laat nog zeer veel te wenschen over. Tot vóór korten tijd moesten b. v. de manschappen zich op het plein aan de pomp wasschen (Dit is toch zoo kwaad niet om den man te harden. Althans, ik ken een gegoede dame van vijf en tachtig jaren, die het nog eiken morgen doet, zoodra zij uit het bed komt, zelfs in den winter! D.) Nu volgt de woordelijke vertaling van een gedeelte der Duitsche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 616