648'
een rapport ingewacht omtrent de gevolgen der voedering met maïs,
met betrekking tot den toestand en kracht der paarden in het alge
meen, en in het bijzonder omtrent hunne eetlust, de spijsver
tering, de spierkracht, de vrijheid der ademhalingsorganen en de
gezondheid der paardenonder korte vermelding overigens van de
plaatselijke klimaats- en weêrs-invloeden. Na afloop van den proef
tijd keert men terug tot de vroegere voeding met haver, en wordt
omtrent de uitwerking van dezen overgang op het einde van Maart
1877 een nader rapport ingediend.