67 Hoe noodig een zeehoofd bij Oleh-ieh was, bleek reeds spoedig, toen vier stoomschepen te gelijk ter reede lagen met goederen van Java of Penang aangebracht, en men, bij gebreke aan eenabruikbare debarkementsplaats, met de ontlading geen geregelden voortgang ma ken kon. De gezagvoerders van de Gouverneur-Generaal Sloet van de Beele, Prins Alexander en Ariadne maakten zich toen verdien stelijk door met de bemanning hunner schepen, geholpen door de genie, een noodhoofd te bouwen, dat in vier d3gen (15 tot IS Juni) voor gebruik gereed kwam. Werd dit noodhoofd ook weldra weder onbruikbaar, de genie was inmiddels aan het werk getogen om een tijdelijk zeehoofd tot stand te brengen, waarvan, toen het noodhoofd- den léd™ Juli bezweek, reeds 30 meters gereed waren. Om voor de uitvoering der bij het Indisch besluit van 26sten Juni 1874 goedgekeurde maatregelen het noodige voor te bereiden, wer den de adsistent-resident Kroesen en de luitenant ter zee Mercier naar Singapore gezonden, waar zij het Zweedsche barkschip Concordia inhuurden om als magazijnschip dienst te doen, en voorts de ver- eischte materialen aankochten of bestelden voor het te bouwen zee hoofd op ijzeren schroefpalen en voor den spoorweg, terwijl het te- legraafmaterieel uit Batavia werd gezonden. Zoo spoedig als het geschieden kon werden vervolgens de voor genomen werken tot stand gebracht. Maar snel vorderde men daarbij toch niet, want de aanvoer van materialen eischte veel tijd en alle beschikbare arbeidskrachten moesten dikwijls aangewend worden voor de zuiver militaire werken, die, zoo lang gestadig nieuwe posten werden gevestigdzeer veel inspanning vorderden Dit neemt niet weg, dat er sedert Mei 1874 eene groote bedrij vigheid heerschte in de landstreek, door welke de communicatie tus- schen Kotta-Badja en de zee plaats vond. Met het oog daarop werd hierboven gezegd, dat vooral aan de volkomen beveiliging van het gebied van Maraksa veel gewicht moest gehecht worden. Dat men er zich volkomen veilig gevoelde, blijkt uit het feit, dat van liever lede een aanzienlijk getal EuropeauenChinezen en Arabieren, de meesten van Penang, maar ook sommigen van Batavia afkomstig, er zich als kleinhandelaars en handwerkslieden vestigden, eerst in kam- De telegraaf tussclien Kotta-Radja en Oleh-lek was in Maart jl. gereed en in werking gebracht; op den Sisten Mei is het spoorwegmaterieel uit Engeland aangebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 74