91 soldaat noodige besluitvaardigheid en moreele krachtmaar ook de kunst om meuschen te leiden, zich door hen te doen gehoorzamen) eerbiedigen en liefhebben. Tot dit laatste kan men slechts geraken door de vereeuiging van gestrengheid, gesteund door rechtvaardigheid, welwillendheid en beschaving, gegrond op de achting voor anderen en voor zich-zelven. ITet is dus niet voldoende, tot het verstand en de rede van den soldaat te kunnen spreken; men moet ook iu sommige oogenblikken op zijn gemoed weten te werken. Onderricht en opleiding kunnen hem tot eerbiedvertrouwen en somtijds tot bewondering voor zijne chefs brengen; maar toegenegenheid en toewijding worden slechts verkregen door voortdurende belangstelling en vaderlijke zorg van den chef voor den ondergeschikte. Het streven van elk troepen-officier moet zijn, de soldaten voor de gewichtige oorlogswerkzaamheden voor te bereiden, door hun het voorbeeld te geven van liefde voor het va derland trouw aan den vorst en gehoorzaamheid aan de wetten; door hun eerbied voor het gezag, een onbeperkt vertrouwen in zijne handelingen in te boezemenen door bij hen de verheven gevoelens en de mannelijke deugden te ontwikkelendie de kracht en de eer van het beroep der wapenen uitmaken. De jeugdige officieren, die geene voldoende letterkundige opleiding hebben genoten, behooren te trachten, het hun in dat opzicht ontbrekende zich nog eigen te maken. Het is ongelukkigerwijze waar, dat de meest wetenschappelijke persoon een slechten indruk te weeg brengt en eene ongunstige meening van zich doet opvattenwanneer zijn taal en stijl verwardonnauwkeurig of ongekuischt zijn. De kunstzijne gedachten goed uit te drukken, is trouwens slechts de kunst, duide lijk en juist te zijn; en duidelijkheid en juistheid iu de geschriften en mondelinge ophelderingen zijn voor den officier der genie evenzeer noodig als nauwkeurigheid in het opmaken van ontwerpenbegrootingen en administrative bescheiden. Ten aanzien van de comptabiliteit en het geldelijk beheer moet niets veronachtzaamd of verzuimd wordenen geen détail is onbe duidend of overbodig, wanneer het kan dienen om de goede uitvoering der werken en het .oordeelkundig gebruik van 's lands fondsen te verzekeren. In deze zaken kan de minste nalatigheid of overtreding der voorschriften den goeden naam van den officier iu verdenking brengen of zijn eer aanranden. Het zal niet noodig zijn, Mijne Heeren, U te zeggen, dat it

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 98