92
onder alle omstandigheden van U verwacht, dat Gij U zult onder
scheiden door goede kleeding, militaire houding en een onberispelijk
gedrag; in een woord, door de eigenschappen en de vormen, welke
de wereld eischt van den wetenschappelijkenin goede gezelschappen
verkeerenden man.
In Uwe dienstverhoudingen behoort Gij standvastigheid aan wel
levendheid te paren, bekrompenheid - of kleingeestigheid te vermijden.
Bij de ten uitvoerlegging van overeenkomsten U gestreng toonende,
behoort Gij van de aannemers niet meer te eischen dan noodig is
om de goede en vaardige uitvoering der werken te verzekeren. Over
dreven eischen hebben tot gewoon gevolgdat zij de belangen van
de schatkist benadeelendoor de mededinging te doen verminderen
en de aannemingsprijzen te doen stijgen.
Sommige officieren hebben, ten gevolge van eene overdreven ge
voeligheid van een te hoog begrip van hun gewicht of van een geest,
die van nature tot haarkloverijen geneigd isde betreurenswaar
dige strekking om twisten uit te lokken of onnoodige moeielijkhe-
den te doen rijzenanderenbeknoptheid in stijl en helderheid in
denkbeelden missende, geven aan hunne brieven, rapporten en ad
viezen buitensporige afmetingennog anderen zenden aan hunne
ondergeschikten, en eischen wederkeerig van deze, talrijke brieven
en nota's, die beter vervangen waren door besprekingen, welke steeds
gemakkelijker zijn wanneer de personen in de zelfde plaats ver
blijf houden.
Deze handelingen zijn werkelijke misbruiken, welke noodzakelijk
opgeheven of zooveel mogelijk beperkt moeten worden.
Elk officier, die door mij belast wordt met de voorbereiding of uit
voering van een werk, zal mij te gelegener tijd langs den hierarchieken
weg de denkbeelden of voorstellen kunnen voorleggendie hij nuttig
oordeelt voor de verbetering of voltooiing van dat werk. De ver
standige en gematigde critiek is met-alleen voordeelig voor de be
langen van den staat, in zooverre, dat zij dwalingen en fouten voor
komt, maar zij heeft tevens het voordeel, kunsten en wetenschappen
te bevorderende machthebbenden voor te lichten en bij de onder
geschikten lust voor studie en initiatief te bevorderen. Alleen de
onrechtvaardige, overdreven of onvruchtbare critiek, die haren wortel
vindt in onwetendheid, verwaandheid, onmacht of afgunst, of die,
ontijdig geuit, tot geen practisch resultaat kan leiden, behoort af
gekeurd te worden.