106
ook Lamrong en de naissigit van Lamsajoen na een korten strijd in
ons bezit. In noordoostelijke richting werd de marsch voortgezet
over de kampongs Kajoe-loh en Lambaroe naar Pager Ajer, welke
plaatsen den 5den in onze handen vielen. Hierdoor was de aanslui
ting aan onze oosterlinie, nabij Longbattah-zuidverkregen, zoodat
de troepennadat den 6den Pebruari uit Pager Ajer de Atjeh-rivier
was verkend geworden, den 7dfm daaraanvolgende binnen Kotta-Radja
konden terugkeeren.
Na een zegevierenden tocht van 10 dagen had alzoo de generaal-
majoor Pel, met een totaal verlies van 5 dooden en 59 gekwetsten
de IX Moekim met dé daaraan grenzende landstreek bewesten de
Atjeh-rivier en een klein deel der XXII Moekim vermeesterd. Op
vier punten in dat gebied werden bezettingen achtergelaten, namelijk
te Boekit Daroe, Beloel, Atoa en Pager Ajer.
Eene lange rust werd aan de in Kotta-Radja teruggekeerde troe
pen niet gegund. Reeds den Pebruari werden de operatiën
heropend, die ditmaal een gedeelte der XXVI Moekim zouden gelden.
Weder rukten 3 kolonnes ten aanval op, en wel:
de rechterkolonne het 13de veldbataillon en eene sectie artillerie
onder den majoor B. E. Mekern, stroomopwaarts langs den linker
Atjeh-oever
de middenkolonne, uit het 12de veldbataillon, een bataillon barissan
en twee sectien artillerie gevormd, en gekommandeerd door den majoor
E. V. Jeltes, die in last had, over Kotta Alam te marcheeren
en, den rechter rivier-oever volgende, den vijand tot tegenover Long
bat tah-missigit terug te dringen; en
de linker kolonnebestaande uit het rechterhalf 3de bataillon en
eene sectie artillerie, onder bevel van den majoor L. G. Diepenheih
28 Januari 2 dooden en 11 gekwetsten.
30 n 19 a
31 n 1 doode 3
1 Februari 4 u
2 a 1 u a 3 a
3 a 1 n a 8 u
4 u 2 n
6 ii 9 n
te zamen 5 dooden en 59 gekwetsten, onder welke laatsten de kapitein der
artillerie J. A. van der Kruk, die den 4den. Februari voor Lamrong zwaar gewond
werd en weinige dagen later overleed.