109 door ons bezet werd. Door de eveneens ontruimde kampong Pi nang werd voorts naar Kajoe Adong opgerukt, waar de troepen bivouakeerdenwij telden 2 dooden en 14 gewondenwaaronder 2 officieren. Terwijl de opperbevelhebber den volgenden morgen met zijn staf eenige uren naar Kotta-Radja terugkeerde om verschillende dienstregelingen te treffen, werd de marsch uit Kajoe Adong ver volgd. Den vijand voor zich uitdrijvende, trok de kolonne kampong Langoegoep dooren bereikte in den namiddag Tongah aan de Koe rong Tjoet, waar de generaal-majoor Pel zich weder bij haar voegde met° het voornemen's anderen daags naar Gighen op te rukken. Boven werd reeds vermeld dat hij niet zelf dat plan mocht ten uitvoer leggen. Op het onverwachtst werd de generaal-majoor Pet. des avonds in het bivouak te Tongah door eene lichaamskwaal overvallen, die in weinig uren tijds aan zijn verdienstelijk leven een einde maakte. De tijding van deze treffende gebeurtenis bereikte Kotta-Radja den 25steu Pebruari 's morgenswaarop de luitenant-kolonel E, T. Engel, door ancienneteit daartoe aangewezen, onmiddellijk het bevel over de troepen aanvaardde enoverwegende dat de geringste strem ming der operatiën op dat oogenblik de nadeeligste gevolgen kon hebben, zich nog denzelfden dag aan het hoofd van het 8>te veldba- taillou naar Tongah begaf ter versterking van de mobiele kolonne, die over Tjadé naar Kwalla Gigheu oprukte. In den namiddag kwam zij aldaar aan, na onderweg slechts geringen tegenstand on dervonden te hebben. Eene sterkte, die te Kwalla Gighen werd opgericht, beuevens de bezetting, den 28sten Eebruari in Kotta Pohama gelegd, zouden den vijand thans voor goed het gebruik der Koerong Tjoet beletten. Als opvolger van den generaal-majoor Pel werd aangewezen de generaal-majoor G. B. T. Wiggees tan Keuchem die in de eerste dagen van Maart Batavia verliet en den 10^n dier maand te Oleh- leh voet aan wal zette. Inmiddels was de vijand op de grens van de XXII Moe kim steeds overmoediger geworden. Den 24sten Eebruari was de post te Kajoe-loh gereed gekomen, die, gelijk hierboven werd opgemerkt, ter beveiliging der terreinstrook Pager Ajer Boe- kit Daroe moest dienen maar dit belette niet, dat talrijke benden Atjehers voortgingen het tusschengelegen terrein met vijandelijke bedoelingen te doorkruisen. Bijna dagelijks hadden schermutselingen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 112