122 No. XVII, met het doelmatig versterken der linie en met den aanleg van een behoorlijken weg van hier naar Bondjolwaar de Generaal na een nauwkeurig onderzoek bepaald haddat een kampement zou worden opgericht, terwijl borstwering en auwer-auwer vooreerst behou den zouden blijven. Den 19 en kwamen de kampongs MerappaTjieniagoTalaug en Loeboe Sikapping in onderwerping, terwijl de omgang der bevolking in Alahan pandjang met de soldaten zoo vertrouwelijk en goed wasi dat men, dit ziende, schier niet gelooven kon, dat dezelfde personen twee jaren achtereen als vijanden tegenover elkander gestaan hadden- Den volgenden middag werden de gezamenlijke hoofden uit de vallei van Alahan pandjang door den met het civiel bestuur belasten lui tenant Pielat aan den Generaal voorgesteld, en nadat deze hen met den staat van zaken bekend gemaakt en tot het behouden van rust en vrede aangespoord hadals het eenige middel om spoedig weder van de onheilen des oorlogs te kunnen opkomen, achtte de gene raal Cochius het hem opgedragen werk volbracht, en maakte hij zich gereed om naar Batavia terug te keeren. Den 21en nam de Generaal afscheid van de officieren, en nadat hij hun daarbij in de vleiendste bewoordingen zijne tevredenheid had te kennen gegeven over den algemeenen ijver, de volharding en den moed, welke hij zoowel bij de officieren als bij de troepen in ruime mate had mogen opmerken, verliet de generaal Cochius den vol genden dag de plaats, waar zijn naam niet alleen toen nog dikwijls met eere genoemd werdmaar voorzeker nog lang in herinnering blijven zal. Den 31cn Augustus werd het inlandsch bestuur in de vallei van Alahan pandjang weder op den vorigen voet ternggebracht. Toe- waukoe Iman had uit vrees de kampong Merappa verlaten en de wijk genomen naar de "VII loera's. Zijn aanhang was echter met zijn invloed verloren gegaanzijne beste doebalangs en hoofden wa ren gesneuveld of hadden hem verlaten; alleen omringd van eenige gedeserteerde soldaten en slechts weinig gewapende Maleiers en sla ven, zwierf hij nog eenigen tijd rond, doch toen hij helaas bemer ken moest, dat alle hoop voor hun verloren was, kwam hij den 28eu October zich op lijfsgenade overgeven. Hij werd als krijgsgevangene naar Java gezonden, waar hij een jaar lang in de Preanger regentschappen doorbracht. In het be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 125