123 gin van 1839 is hij als staatsgevangene naar Amboina gezon den. Bondjol was dan gevallen, zijn beheerscher, de eenmaal zoo ge vreesde vorst had zich op genade overgegeven en was gevankelijk naar Java overgebracht, terwijl eenige zijner ondergeschikte hoofden gesneuveld waren, anderen zich door de vlucht uit de voeten ge maakt hadden. Het heilige Bondjol, dat palladium der Padries, bestond niet meer en was herschapen in eene sterkte, van welke thans de Nederlandsche vlag hare kleuren ten toon spreidde, en die met zijn dreigend ge schut de berucht geworden vallei van Alahan paudjang in bedwang hield. Groot was de overwinning; maar wel verre van hiervan gebruik te maken, om hen te straffen, welke jaren lang als hardnekkige vij anden tegenover ons gestaan hadden, koos het Nederlandsch Gou vernement den weg van edelmoedigheid, kondigde eene algemeene amnestie af, herstelde de oude landsregeering en ondersteunde de door den oorlog uitgeputte bevolking, waar dit maar doenlijk was. De moreele invloed, welke uit dezen maatregel geboren werd, ver hoogde aanmerkelijk het standpunt dat door de kracht onzer wa penen verkregen was, en liet spoedig zich heinde en ver duidelijk ge voelen. Niet alleeu onderwierpen zich achtereenvolgend de land streken, welke meer of min onder den invloed van Bondjol gestaan haddenmaar zelfs ver verwijderde districten gevoelden zich door de gematigde wijze, waarop het Gouvernement gebruik maakte van zijne overwinningen, als het ware uitgenoodigd en geneigd om zich onder zijn bestuur te plaatsen en onder zijne bescherming stellen. Alleen de oostelijk van Padang gelegen XIII kotta's schenen hier aan nog niet te willen toegeven, en hare bevolking, die meermalen getuige geweest was van de moeitewelke wij gehad hadden om ons met onze betrekkelijk geringe troepenmacht staande te houden, ver meende voldoende krachten te bezitten oin zich in eene onafhanke lijke positie te kunnen handhaven, en zelfs de dreigende houding te kunnen blijven bewaren, welke zij reeds geruimen tijd tegenover liet Gouvernement hadden aangenomen. De algemeene rust en veiligheid vorderde, dat hieraan een einde gemaakt werd, en dewijl reeds meermalen aanzoeken van de bevol king van Ankola en omliggende Batta'sche districten bij het bestuur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 126