136 Zijne beschikbare militaire troepen waren echter te gering om hiervan een gedeelte tot dit einde af te zonderenen moest hij zich dus vooreerst bepalen tot het derwaarts zenden van een oorlogs vaartuig, Z. M. fregat de Zaankapitein ter zee A. De Monije vergezeld van den civielen schoener de Haai en eene kruisboot. Deze maatregel had voornamelijk ten doel, de vorsten van Baros een bewijs te leverendat hunne verzoeken niet buiten overwe ging gelaten werdenal ware het dan ook, dat voor het oogeublik nog tot geene dadelijkheden tegen de Atjehers kon worden overge gaan. liet resultaat daarvan was, dat de zaken in Baros hangende ge houden werden, tot dat de kolonel Michiels na den val van Daloe- Daloe de handen ruimer kreeg en in het begin van 1839 dan ook da delijk besloot, thans meer beslissend tusschen beide te komen. Den 13eu April werden te Padang twee kompagniën infanterie ingescheept aan boord van Z. M. korvet Hippomenus en van Z. M. schoener Daphné, en met die bodems overgebracht naar Batoe Grigie, dat omstreeks een kwartier uurs van Baros ligt en, na van eene verschansing voorzien te zijn, door onze troepen bezet werd. Had onze zedelijke invloed door de verovering van Bondjol reeds een belangrijken steun ontvangen, de val van Daloe Daloe had dien aanmerkelijk vermeerderd; zelfs van de oostelijke kustlanden kwa men de vorsten en hoofden hunne onderwerping aanbieden en de be scherming inroepen van ons bestuur; ons gezag en onze maoht wer den over een steeds grooter wordend gebied erkend, en toen nu ook Baros eene Nederlandsche militaire bezetting binnen hare grenzen zich vestigen zag, en de vorsten van dat district den eed van on derwerping en trouw aan den Gouverneur hadden afgelegdliet het zich aanzien, dat weldra het groote doel zoude bereikt zijn en Neêr- land's souvereiniteit zich noordelijk tot en met Singkel zoude uit strekken. In dezen gunstigen staat stonden de zakentoen in Mei 1S39 te Padang de tijding ontvangen werd, dat de omstandigheden in de Noordelijke districten eene spoedige tusschenkomst vorderden om niet de kwade gevolgen te ondervinden welke noodzakelijk moesten voort vloeien uit de onvoorzichtige en verkeerde handelingen van den al daar nog ageerenden kapitein Linkhand. De instructionwelke de Gouverneur bij het verlaten van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 129