9 De groote hoeveelheid padie en andere verschillende voorwerpen welke de onzen bij de verovering van Padang Boeboe in handen vielen, waren wel een bewijs, dat de vijand volstrekt niet voorbereid was om de kampong te verlatenen de vlucht geschiedde dan ook zoo over haast, dat hij zelfs twee lijken van vrouwen achterliet, welke door ons begraven werden. Het verlies van Padang Boeboe en Tandjong Boenga was voor den vijand een gevoelige slaghij begreep zeer goeddat wij daar door gelegenheid gekregen haddennu ook van die zijde met meer kracht tegen Bondjol te kunnen handelenen met de meeste in spanning beproefde hijhoewel vruchteloosons uit onze stellingen te verdrijven, waartoe hij zich onder andereu achter eene hooge borstwering in het bosch had opgesteld. Om meer vrij en zeker te zijn in zijne ondernemingenwilde de generaal Cochius meester wezen van het ravijn, dat zich tusscheii de linie en de westelijke sawavlakte bevond en, bij Tandikie te niet gaandegelegenheid geven zou om die kampong van dezen kant te na deren en te nemen. Daartoe was het noodig, zich te verzekeren van het puntdat, op den rand gelegentevens zoo hoog wasdat men van daar de om liggende vlakte overzien kon. Te dien einde werd bepaald, dat op den 2eu Juli even als vroe ger ter westzijde een schijnaanval op Bondjol zou gedaan worden dat de kapitein Gilly de Montela met zijne kompagnie 's nachts zou beproeven de vijandelijke positie ongemerkt te naderen, om zich bij het aanbreken van den dag daarvan meester te makendat te ge lijkertijd de sappeurs en eenige hulptroepen, elk van eene fascine voorzien, derwaarts zouden trekkenalwaar door den kapitein der genie Ondaatje eene tijdelijke versterking zou worden opgeworpen; dat dit werk zou gedekt worden door de kompagnie van den kapi tein Van der Hart, die tevens tot reserve dienen moest van de 2C kompagnie (kapitein Gilly de Montela), terwijl de le kompagnie flan- keurs als eene tweede reserve bij den kommaudeerenden Generaal in N°. V lis blijven zou. De aanval gelukte volkomen, eii zonder veel moeite werd de vijand uit zijne sterkte verdreven en daarin post gevat. Bij den opmarsch der 4e kompagnie, waarbij zich ook de hulptroepen bevonden, die uit het kampement N°. II lis waren opgerukt, geraakte deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 12