3 30 genwoordigen toestand een einde te maken, want dat alleen kracht van wapenen Singkel dwingen kon tot het erkennen van de Neder- landsche souvereiniteit. Ofschoon van de waarheid dezer woorden thans volkomen overtuigd, kon de Gouverneur door gebrek aan de noodige macht nog niet tot het doen van dien beslissenden stap overgaan, en zag hij zich ver plicht, daarmede te wachten totdat de reeds gevraagde versterking van Java zou zijn aangekomen. Intusschen had de Gouverneur eenen brief ontvangen van den Ra dja Ibrahim, hoofd van Goenoeng Sitoli, waarbij deze, in herhaling van hetgeen reeds vroeger gedaan wasde hulp en bijstand inriep van het Nederlandsche bestuur tegen de roofzuchtige Atjehers, die niet ophielden met het doen van strooptochten langs de Niassche kusten daarbij steeds eene menigte vrouwen en kinderen wegvoerdenzich thans zelfs op het eiland hadden neergezet, en, door hunne gewel denarijen, algemeene schrik en ontsteltenis te weeg brachten. Dit verzoek was zoo dringend, dat de Gouverneur vermeende, dat thans het gevolg geven daaraan niet langer mocht uitgesteld worden, te minder, omdat ook 's Gouvernements belang medebracht, dat de Atjehers] zich niet te vast nestelden op het eiland Niasen dat er een einde gemaakt werd aan den afschuwelijken menschenhandelwelke door hen, als het gevolg hunner rooftochten, gedreven werd. Om van de tijdsomstandigheden zooveel doenlijk gebruik te makenwerd dan ook beslotendat eene militaire expeditie naar Nias zou gezonden worden, om de Atjehers van daar te verdrijven en er hunne nederzettingen te vernielen. Tot bereiking van het tweede doel zijner reis zoude de Gouverneur zich intusschen naar de oostelijke districten begeven. Tot het doen der expeditie werden bestemd een oorlogssphoeuer en een Gouvernementskruisboot, benevens een detachement infanterie van 25 manterwijl aan den kommandant der expeditie nog werd toegevoegd de te Natal geëmployeerde heer Elenbaas, die wegens zijne bekendheid en betrekkingen met verschillende Niassche hoofden misschien nuttige diensten zou kunnen bewijzen. Na voorts in afwachting van latere handelingen de noodige be schikkingen omtrent Singkel genomen te hebbenvertrok de Gou verneur den 31en Juli aan boord van den civielen' schoener Ana- dyomene naar Tapanolie, om van daar langs de rivier van Loemoet de reis verder te kunnen voortzetten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 133