134-
derwaarts te begeven en met gewapende macht tusschen beide te
komen tot opsporing en gevangenneming van een kwaadwillig hoofd,
dat den pas benoemden civielen gezaghebber van Klein Mandhéling
verraderlijk om het leven had doen brengen.
Soetan Mankoetoe, jongere broeder van den voormaligen regent
van Mandhéling, hoofd van Kotta-Gedanghad zich onwillig getoond
en zelfs geweigerd om gevolg te geven aan eene door den luitenant
Steiuhardt gedane oproeping van hulptroepen.
Deze vond hierin aanleiding om, evenals hij vroeger gedaan had
tegenover het hoofd van Pekanten Boekit, zich in persoon derwaarts
te begeven, vergezeld van den Jang di Pertoean en de verdere
Maudhelingsche hoofden met hunne barissans, ten einde de redenen
der gedane weigering te onderzoeken, en dan naar bevind van zaken
te kunnen handelen.
Met dat doel vertrok hij dan ook den 7™ October 1839 van
Kotta Nopan, doch nauwelijks was hij halfweg gekomen van Kotta-
Gedang, toen hij reeds door een gedeelte der bevolking met allerlei
hulde- en welkomst-betuigingen te gemoet getreden en ontvangen werd.
Geen kwaad, althans geen gevaar vermoedende, ging de luitenant
Steinhardt bedaard voort, toen hij eensklaps omsingeld en van alle
kanten zoodanig met houwen en steken overladen werddat hij
zwaar verwond nederviel; die val was het sein voor een algemeen
te voorschijn treden uit verschillende hinderlagen, waarin een ander
gedeelte der bevolking zich gelegerd had, en hierdoor werd een
zoodanige schrik te weeg gebracht onder de Mandhelingsche barissans
dat deze in allerijl op de vlucht sloegen en zelfs den luitenant
Steinhardt, die nog eenigen tijd door twee oppassers werd mede
gevoerd, in handen der moordenaars achterlieten.
Hierdoor eenmaal aangewakkerd, vervolgde de vijand de vluchten
den tot aan de rivier bij Kotta Nopan, waar hij tot staan gebracht
werd door een detachement van 25 mandat hem onder den sergeant
J. De Yreese, stamboèkno. 2511, was tegemoet gegaan, en na een
kort gevecht zelfs dwong om zich thans op zijne beurt door de vlucht
uit de voeten te maken.
Om het kwaad zoo spoedig mogelijk te stuitende gepleegde euvel
daad te straffen en te voorkomen dat de zaak geene verdere uitbrei
ding kreeg, besloot de Gouverneur, zich onverwijld met de noodige
militaire macht derwaarts te begevenen rukte hij den 24.™ Octo
ber van' Kotta Nopan op met eene kolonne van circa 400 man.
o