10 van den goeden weg af en kwam na eenig ronddwalen in No. Y lis aan; echter dadelijk doormarcheerende onder geleide van den kapitein Ondaatje, die zich hier bevond, bereikte ze spoedig de bestemde plaats, waar nu onmiddellijk de handen aan het werk werden gesla gen en door groote activiteit en goed overleg binnen twee uur tijd eene verdedigbare stelling aanwezig was. Misleid door een schijnaauval op zijn westelijk front, had de vijand aanvankelijk zijne macht naar die zijde te zamengetrokken doch toen hij weldra begreepwat eigenlijk onze bedoeling waskwam hij met des te meer kracht tegen den kapitein Gilly opzetten en het dezen zeer warm maken. Zoodra echter de Generaal dit be merkte, deed hij den majoor D. Yan der Schalk met de Europeesche reserve-kompagnie ter ondersteuning oprukkendie derwaarts trok, na een gedeelte zijner manschappen tot bezetting der nieuwe post te hebben achtergelaten. Begunstigd door een dikken nevel, welke dien morgen zeer langzaam optrok, gelukte het, een 6-ponder en een handmortier uit N°. Y lis ongemerkt naar dezen post over te brengen. Toen zij hierdoor voldoende bewapend en in staat was behoorlijk ver dedigd te kunnen worden, achtte de Generaal het overbodig, het ti railleurgevecht met den vijand in het nabij zijnde bosch langer te doen voortduren, en gaf hij order, eerst op den post f en dan van daar verder terug te trekken. Op ontvangst van dien last liet de ma joor Yan der Schalk onmiddellijk appel slaan en blazende soldaten, niet wetende wat de oorzaak hiervan wasgaven met te veel over haasting aan dat sein gehoor, en brachten den vijand hierdoor in den waan, dat men voor hem op de vlucht ging. Met den sabel in den hand en onder een woest gegil ving hij dan ook aan de troepen te achtervolgen, die, hierdoor nog meer van hun stuk gebracht, van verderen tegenstand afzagen en zich met den looppas uit de voeten maakten. De vijand, onbewust zijnde of niet verwachtende dat wij intusschen bij f post gevat en ons versterkt haddenen alzoo vermeenende alleen met de voor hem wijkende troepen te doen te hebbenzette zijne vervolging onbeschroomd voort, tot dat hij, in de nabijheid der post komende, op eens door een plotseling gegeven salvo op eene ge voelige wijze tot staan gebracht werden, verscheidene der zijnen ziende neervallen, aan geen verder voortrukken meer scheen te denken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 13