139 ken der verdedigers heen dat de onzen hunnen moed door de ver meestering dezer verschansing beloond zagen. En dat de strijd hevig moet geweest zijnzal zeker niemand be twijfelen, als hij slechts nagaat, dat drie en vijftig lijken, op de verschrikkelijkste wijze verminkt ten blijke van de onderlinge ver bittering der strijdersgevonden werden op de binnenruimte eener verschansing van nog geen 50 voeten in het vierkant; dat boven dien nog 20 lijkeu gevonden zijn in en om de genomen sterkte, dat het verlies van onze zijde niet minder bedroeg dan 8 gesneu velden en 33 meest zwaar verwonden en dat het getal werkelijk in actie geweest zijnde personen zeker nog geen 400 beloopen heeft. Om zulk een strijd te kunnen voereu en eervol ten einde bren gen waren dan ook die heldenmoed en dat ware besef van mili taire plichtsbetrachting noodig, welke hier bij de troepen in het al gemeen, en bij hare aanvoerders en officieren in het bijzonder ge vonden en aan den dag gelegd werden. Hij, die als zoodanig ongetwijfeld het meest had uitgeblonkenwas de le luitenant van het 11° bataillon C. H. Bischoff. Aan het hoofd van eenige zijnen dapperste soldaten was hij de eerste bij de bestorming der vijandelijke sterkte; geen acht staande op den halstarrigen vijand, die hem in bedaardheid stond af te wach ten, beklom hij met onstuimigheid de borstwering, en wist zich ver der met zijnen sabel een weg te banen door de talrijke bezetting, die zich nu wel gereed maakte om te ontvluchten, maar toch vooraf nog moeite deed om hare vlag te redden, welke, uit een lange strook rood doek bestaande en voorzien van het Atjehsche wapen aan de eene en eenige maleische woorden aan de andere zijde, reeds te lang, tot ergernis van de onzen, met zekeren zwier in het midden der ver schansing gewapperd had. Die vlag vooral was den luitenant Bischoff een doorn in het oog, en, niet tevreden met reeds binnen 's vijauds wallen te zijn, wilde hij alles aanwenden, om zich van dat tartende doek meester te maken. Aan een woedenden leeuw gelijk, houwt en slaat hij alles neer wat hem in den weg staat, en bereikt zoodoende den staak, waarvan men juist bezig is de vlag neer te halen Om haar in handen te krijgen, heeft hij echter alle krachtsinspanning noodig; hij voelt niet, dat hij van alle kanten met klewangs en pieken geslagen en ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 142