142 Hebben wij in het vorenstaande eene poging aangewend tot het beschrijven der krijgsmansdeugden van twee officierenzoo vordert de billijkheid, dat wij ook openlijk hulde brengen aan den Boegi- neeschen sergeant Ahamat No. 7660, die door onverschrokkenheid en moed zoovele anderen teu voorbeeld strekte. Zoodra de last gegeven was tot stormen, wist deze onversaagd zich te dringen binnen een der schietgaten der vijandelijke sterkte en daar zelfs de lilla omver te werpenwelke er in batterij stond en waaruit reeds menige kogel op de onzen geschoteu was. Onbezorgd voor de pieken en lansenwaarmede men hem van bin nen zocht te verdrijven, en geholpen door zijne kameradenwelke hem opvolgend hunne geladen geweren overgaven, wist hij zich in de enge opening zoolang staande te houden, dat hij, na dertien vijanden te hebben nedergelegd, van een gunstig oogenblik gebruik maken kon om binnen de verschansing te springen en daar verder krachtig mede te werken tot het verdrijven van den intusschen tot wijken gebrachten vijand. Ook hij werd bij de belooningen voor moed en trouw niet verge ten, en ontving bij Gouvernements-besluit van den 5en October 1840 No. 9 de daarvoor ingestelde zilveren medaille, na nog geen jaar ge leden als eene gelijke belooning met de bronzen medaille begiftigd te zijn. Waar feiten plaats vinden als de hier omschrevene, behoeft zeker niet meer gevraagd te worden naar den algemeenen geest, waarmede de troepen bezield zijnen hoe aanmerkelijk het verlies ook geweest was, dat de onzen bij de verrichtingen op den 11™ April geleden had den, bleef dat toch zonder nadeeligen invloed op den moed, ja zelfs op het verlangen onzer wakkere soldaten, om andermaal door hun nen hooggeprezen aanvoerder ten strijde te worden geleiden op nieuw blijken te kunnen geven van de onkreukbare trouw, de nauwgezette plichtsbetrachting en de edele zelfopoffering, waarin het Indische leger steeds heeft uitgemunt. De plaats gehad hebbende gebeurtenissen waren bij den vijand ech ter van eene tegenovergestelde uitwerking; de geleden verliezen had den den tot nog toe aan den dag gelegden moed plotseling doen ver loren gaanzijn moreel scheen zoodanig geschokt te wezendat hij, als van een panischen schik bevangen, overhaast terugtrok uit de zeer sterke positie bij kapalla Oedjong, en deze, zonder medeneming

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 145