144 voorgedaan; docb nu zij tot eene rust kwamendie niet slechts -edwongenmaar ook door niemand gewenscht wasbegonnen zich allerlei ongesteldheden te vertoonenwelke binnen weinige cagen 4,00 menschen naar de hospitalen sleepten en velen het leven deden verliezen, dat zij zoo gaarne nog eens voor Koning en a er an zouden hebben gewaagd. In dezen voor de troepen nadeeligen toestand moest noodwen ïg verandering gebracht wordenen zoodra dan ook slechts een gedee te van de verwachte zeemacht was aangekomen, werd tot den toe 1 naar Singkel overgegaan. t Uit de menigvuldige berichten, welke omtrent s vijands stellingen waren ingekomen, was duidelijk gebleken, dat deze waren ingericht tecren een aanval aan de zeezijde en als zoodanig een voldoend verdedigingsvermogen bezaten, maar ook alle waarde verlorenmd, en zij op de flanken konden worden aangevallen. In dien geest dus werd een plan van aanval opgemaakten, daarnaar te werk gaande, nam de beweging den 84® Mei een aanvang. Na een hoogst moeielijken en afmattende marsch naderden onze troepen den volgenden dag de vijandelijke hoofdsterkte aan de oost zijde en ofschoon zich bij het zien daarvan een aantal witte vlaggen vertoonden als bewijzen van onderwerping, en de Kolonel zelfs een brief ontving, waarin Radja Moeda van Troemon de vrede voor Sin-kei verzocht, werd er onverwacht uit eene vijandelijke stelling vuur gegeven, en daarmede op eens alle onderhandeling afgebroken. De Ytjehers schenen zich echter niet andermaal tot het uiterste te durven wagen; de les, die hun te Baros gegeven was, bleek nog niet vergeten te zijn, en dewijl dus hun tegenstand met bijzonder groot was en ook niet lang duurde, werden de onzen dienzelfden dag nog meester der voornaamste sterkte. Omdat de middag reeds te ver gevorderd waswerd het in bezit nemen der overige verschansingen uitgesteld tot den 26e"; de vijan wachtte ons echter niet af, en daar hij gedurende den nacht zijne kampong en alles daar binnen in den brand stak, om zich daarna door de vlucht te redden vonden onze troepen den volgenden mor gen geen schijn van vijand meer, maar daarentegen in d.ens veria- tene versterkingen eene belangrijke hoeveelheid geschut, buskruit ander oorlogsmateriéel. En zoowas dan op den 26™ Mei 1840, met het hijschen van Neêrlands vlag op de zooveel onrust en verwachting gebaard heb-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 147