152 27en vertrok de kolouel Michiels 111 persoon met het restant der be schikbare troepen, dat echter niet meer dan 150 man bedroeg. Daarmede den 28en te Kajoe tanam komende, waar de kapitein Bernhardt reeds den vorigen dag was gearriveerdwerd nog in den namiddag een post van 30 man in de kloof vooruitgeschoven on der de orders van den kapitein F. J. Sorg, en rukte de Kolonel den lea Maart, met achterlating eener bezetting van 30 manmet de thans vereenigde macht verder op tot aan de kampong Batang Singalaug, welke aan de andere zijdeeven buiten de kloof gelegen was. Hier ontving hij bericht, dat de militaire kommandant der Padang- sche bovenlanden de luitenant-kolonel F. E. Neuhaus, op den 28el» Fe bruari van Fort De Koek was opgerukt lot het bezetten en weder in verdedigbaren staat brengen van Goegoer Sigandang, dat, niet ver van Padang Pandjang gelegenvroeger een onzer militaire posten geweest was; dat hij op den 1™ Maart werkelijk daar was aangeko men, maar dat hij nu van alle kanten door vijanden bedreigd werd, zonder iets te kunnen verrichten, dewijl het hem ontbrak, niet alleen aan munitie, maar zelfs aan levensmiddelen, en dat hij dus den vol genden dag naar Fort De Koek zou moeten terugkeeren, wanneer voor dien tijd geene hulp zou ziju aangebracht. Onmiddellijk op ontvangst dezer tijding zond de kolouel Michiels aan den overste Neuhaus den uitdrukkelijkeu last, zich volstrekt niet bezig te houden met het herstellen der sterkte te Goegoer Si gandang, en, in stede van terug te keeren, verder naar Padang- Pandjang op te rukken. De troepen te Padang riboe-riboe onder den majoor Van Swieten waren intusschen niet stil gebleven. Toen op den 25en Februari de woning van den civielen gerag- hebben en meer andere huizen in den omtrek door de opstandelingen worden in den brand gestoken, had de majoor Van Swieten een uit val laten doen, waarbij verscheidene vijanden gesneuveld waren. Den volgenden dag werd op nieuw een uitval gedaan, en daarbij de kam pong llimpang in den asch gelegdbij den terugtocht der troepen werd onderweg het lijk gevonden van den op gruwelijke wijze om het leven gebrachten Europ. flankeur Nanny. Op den 27en werd van den kommandant te Moeara-panas bericht ontvangendat de hoofden der XIII kotta's zich hadden aangeboden, tegen de opstandelingen der XX kotta's op te rukken, hetgeen werd aangenomen. Om hen te ondersteunen en tevens tegen Soemanie te kunnen ageeren>

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 155