153 stelt de majoor Van Swieten zich met 150 bajonetten tegelijkertijd in beweging, brengt den vijand belangrijke verliezen toe en verbrandt een gedeelte der zoo even genoemde groote kampong. Door het niet verschijnen van het volk der XIII kotta's kon geen gevolg gegeven worden aan het voornemen, over Singkarah naar Padang riboe-riboe terug te keerenen na de passar te Soemanie door eenige hulptroepen van Ambaleh te hebben doen bezetten, keerde de Majoor dus rechtstreeks terug en vernam daar de tijding, dat het kampement gedurende zijne afwezigheid aangevallen, doch de vijand met verlies teruggeslagen was geworden. Den 28en werd de last ontvangen tot het oprukken naar Samawang. Den leu Maart marcheerde de ko'ionne Van Swieten van Padang riboe- riboe derwaarts; haren marsch nemende over Singkarah, dat in de asch werd gelegd, en over Soemanie, kwam zij dien dag tot Soengei Bannar, waar de bevolking gevlucht was, doch waarvan de hoofden onmiddellijk hunne onderwerping kwamen aanbieden. Zoo stonden dus de troepen op den len Maart bijna allen gereed om de vallei binnen te rukken, waarin het brandpunt van den op stand gelegen was, en dat als zoodanig het eerst moest genomen worden. Om de daartoe aan te wenden beweging de meeste kans van wel slagen te geven, wilde de Kolonel den aanval zooveel mogelijk door de drie kolonnes te gelijk doen plaats vinden. Daartoe echter was het noodig, zich vooraf te vereenigen met de kolonne van den overste Neuhaus, die zooals wij boven gezien hebben, den last ontvangen had om, in stede van terug te trekken naar Port De Koekverder voorwaarts te marcheereneen maatregelwelke den kolonel Michiels des te noodzakelijker voorkwan, toen hij de tijding ontvingdat Port Van de Capellen door de bezetting verlaten was en de omliggende landstreek zich aan deu opstand had aangesloten ten gevolge waarvan op den 2en Maart dan ook tot Pasasr Raba was opgerukt. De kolonne Neuhans werd daar echter door de opstandelingen zoodanig tegengehouden en in het nauw gebracht, dat de Kolonel, zulks vernemen de, het noodzakelijk achtte, tot haar ontzet eene voorwaartscbe beweging te ondernemen, welke dan ook onmiddellijk en met gunstig gevolg ondernomen werd, zoodat, toen zijne troepen met terngdrijving van de weerspannige verdedigers zich hadden meester gemaakt van Pasar Koebang en Padang Pandjangde bevolking der VI kotta's zich da-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 156