154 delijk weder bij ons aansloot, en de overste Neuhaus gelegenheid kreeg, zich door te slaan en zich met de kolonne Michiels te veree nigen. Nadat dit had plaats gehad, werd gezamenlijk naar Goegoer Malintang gemarcheerd, dat sedert het deboucheeren van de kolonne Michiels in de vlakte van Padang Pandjang allengs verlaten was ge worden en nu, na verdrijving der laatste vijanden, bestemd werd tot het houden van nachtverblijf. In den morgen van dien dag had de kolonel Michiels bericht ont vangen, dat de bezetting van het Port Van de Cap.ellen, onder de bevelen van den le luitenant C. G. Kneuper, haren post veriatenen zich naar Tandjong Alam begeven had om verder op Paja Combo terug te trekken, en dat het grootste gedeelte der afdeeling Tanah- Datar zich aan den opstand zou hebben aangesloten. Met welk een gevoel het eerste bericht door den Kolonel vernomen werd, zal zeker beter begrepen dan beschreven kunnen worden; was de luitenant Kneuper op dat oogenblik onder zijn dadelijk bereik geweest, dan zou zijn doodvonnis zeker niet ongeëxecuteerd zijn ge bleven, want de verontwaardiging over zijn lafhartig gedrag was algemeen, en vooral bij den kolonel Michiels zoo groot, dat aan geene genade te denken zou zijn geweest. In verband met het tweede gedeelte van gemeld bericht, bepaalde de Kolonel, dat de kolonne Neuhaus den volgenden dag naar Port De Koek zou terugmarcheeren, tot betere herstelling der gemeenschap met die plaatsen dat hij zich vervolgens over Basso (Kotta-Tingie) naar Tanah-Datar moest begeven, om zoo noodig ook van dien kant Batipoe te kunnen bedreigen. Voorts besloot de Kolonel, den 3cn te Goegoer Malintang te blij ven ten einde de kolonne Neuhaus tijd te geven om de haar aan gewezen kampong Sikeladie te kunnen bereiken, en tijdingen af te wachten omtrent de bewegingen van de kolonne Van Swieten, die order bekomen hadvan de zijde der XX kottas tegen Batipoe op te rukken. Aan het plan, dat dien dag nog gemaakt werd, om in den nacht den te Goenong te zamengetrokken vijand te overvallen, werd geen gevolg gegeven, maar daarentegen bepaald, dat zulks den volgenden dag zou plaats vinden. Dientengevolge stonden dan ook reedsin den vroegen morgen van den 4™ Maart, de troepen te Goegoer Malintang gereed, toen het bericht ontvangen werd dat de Kegent, op de tijding dat de kolonne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 157