163
De indeeling der artilleristen en matrozen bij de batterijen was
als volgtman.
Batterijen No. 1,12 ijz. 18-®ersKoninklijke Artillerie. 36
Bengaalsche Idem. 36
Matrozen96
Lascars van Madras 18
Idem van Bengalen 18
204.
Batterij No. 2, 8 ijz. 18-fCers: Koninklijke Artillerie 18
Bengaalsche Idem 20
Matrozen64
Lascars24
136.
Batterij No. 3 8 dms. houwitsers (Koninklijke Artil. 18
(20 cent). (Volgens S. W. 9 mortieren Matrozen. 18
en houwitsers)(Lascars12
48.
Batterij No. 4 8 dms. mortieren (20 cent.): Kon. Artil. 19
Matrozen 4
Lascars. 16
59.
Batterij No. 5,2 houwitsers van Bengaalsche Inlandsche
Artillerie 12
Matrozen. 20
32.
Totaal voor de bediening van het geschut 479.
De Opperbevelhebber besloten hebbende, de vijandelijke werken et
bestormen, werd kolonel Gillespie aangewezen om den hoofdaanval te
leiden. Den 26eu Augustus kort na middernacht, stelden de troepen
Lascars zijn in het algemeen koelies, helpers. Veldbatterijen van het
leger der kompagnie telden steeds een aantal lascars als bedieningsmansohappen
in de formatie (zie De Valbezen's werkLes Anglais et 1' IndeEdition
1875.) Eene batterij rijdende artillerie telde organiek 107 artilleristen en 28
lascars, bij het leger in Bengalen. Bij eene lichte veldbatterij van datzelfde leger
werden-alle paarden der bespanning van vuurmonden en kaissons bereden, terwijl
de lascars op de voorwagens zaten. In het gevecht stegen de berijders der bij
(van de handsohe paarden af om de stukken te bedienen en werden zij bij da
manoeuvres (het in batterij brengen) door de lascars geholpen.