166
Karang Sambong, omstreeks 35 mijlen in het binnenland, werd
den 6en September mede bezet door eene detachement matrozen
en mariniers.
Het fort te Tagaltusschen Cheribon en Samarangen dat te
Sumanap op het eiland Madura werden mede door de zeemacht ge
nomen; kapitein Harris, van het fregat Sir Francis Drake, sloeg
eene woedende poging tot herneming van laatstgemeld fort af.
Toen Sir Samuel Achmuty door onderschepte brieven vernam, dat
generaal Janssens voornemens was te Samarang, 350 mijlen van Ba
tavia, stand te houden, begaf hij zich den 9™ September ijlings der
waarts; in den avond van dien dag voegde zich admiraal Stopford
met een gedeelte van de vloot bij hem.
Voor Samarang aangekomenwaar de Fransche Generaal eene stelling
bezet haddeed de Britsche Opperbevelhebber hem nieuwe voorstellen
tot overgave van het eiland, om een einde te maken aan verder nut
teloos bloedvergieten. De Gouverneur-Generaal weigerde echter te
onderhandelen.
In afwachting van een voldoend aantal troepen om Samarang aan
te vallen, zond de Admiraal gewapende sloepen van het eskader uit
om eenige sloepen, welke de nadering tot de stad flankeerden, af te
snijden, hetgeen volkomen gelukte.
Den 12en September ontruimde generaal Janssens de stad en
koos eene versterkte stelling, bezet met 30 vuurmonden, op eenige
weinige mijlen van daar (f). De opperbevelhebber, besloten hebbende
hem daar aan te vallen, droeg deze onderneming op aan kolonel
Gibbs, die slechts eene kleine macht beschikbaar had, wijl de hoofd
macht van het Britsche leger, tengevolge van een misverstand, naar
Sidajoe was gezeild Dank zij de onversaagdheid der troepen,
werd de positie in den eersten aanloop genomen.
Dit was de laatste poging tot weerstand van den generaal Janssens,
die naar het fort Salatiga vlood. Zich geheel door zijne troepen
verlaten vindende, zond hij nog des nachts een parlementair, om over
Volgens S. W. kwamen de Engelsehen den 12en te Samarang aan wal,
doch werd den 13en het meerendeel der troepen ontscheept.
(f) Volgens S. W. Jetty. Is Djatti-ngaleh, tusschen Djoemlang en Serondol,
zie ook Militair tijdschrift van 1871.
Volgens S. W. had Gibbs 1600 man en 6 stukken geschut, en generaal
Janssens 8200 man, waaronder slechts 700 man van het leger en in 't geheel 8
veldstukken. De aanval geschiedde op den 16en September.