167
eene capitulatie te onderhandelen inet den Gouverneur-Generaal Lord
Minto, die toen te Batavia was. Dit werd door generaal Achmuty
geweigerd.
Eindelijk, na eenige bezwaren omtrent de voorwaarden, teekende
generaal Janssens den 18en September een traktaat omtrent de
overgave*van Java en alle onderhoorighedenbenevens zijne gansche
legermacht. Op denzelfden dag, dat deze capitulatie te Oenarang
werd gesloten, kwam admiraal Stopford te Sidajoe. Den 22™ September,
op ontvangst van de tijding van het verdrag, werd Soerabaja zonder
tegenstand overgegeven.
Achtervolgens werden Makassar, Timor en alle andere onderhoorig
heden van het Hollandsch gouvernement te Batavia door Britsche
troepen bezet, en aldus een korte, maar roemrijke veldtocht beëindigd.
Java, welks eerste gouverneur Stamford Baffles was, bleef na de
verovering door de Engelschen in een vrij onrustigen toestand ver-
keeren. Tiet vorderde eene belangrijke militaire macht en een deel
van de vloot, waaronder eenige kruisers van de kompagnie.
Het bevel over de troepen werd opgedragen aan kolonel Gillespie.
BESCHOUWINGEN.
Sterkte der troepen die in gevecht kwamen.
Het vorenstaand verhaal van Low geeft wezenlijk veel, wat in het
geschiedverhaal van Saxe-Weimar en in het Militair Tijdschrift niet
voorkomt, en is dus inderdaad aan te merken als eene nieuwe bij
drage tot de kennis van den veldtocht der Engelschen op Java.
Lows verslag met de andere beschrijvingen vergelijkende, mag het
zeker wenschelijk worden geachtde sterkte der beide legers na te
gaan op de dagen van den strijd.
Allereerst hebben wij dan, op 10 Augustus, het gevecht bij Wel
tevreden. Volgens het Militair Tijdschrift en Saxe-Weimar rukte
kolonel Gillespie op met1000 Europeanen.
450 Inlanders,
te zamen. 1450 man,
met twee 12- en twee 6- ponders, veldgeschut; nadere bijzonder-
hededen worden niet gegeven.
Aan de Toentang was nog eene versterkte stelling, waarvan echter door
gemis aan traepen geen gebruik kon worden gemaakt. Daar teekende generaal
Janssens het verdrag.