168 Aan de Eransche zijde is het nog minder na te gaan. Zelfs vol gens de mededeelingen in het Militair Tijdschrift is niet op te maken, hoeveel troepen in het gevecht werden gebracht. Wellicht zijn we gelukkiger voor het gevecht bij Meester Comelis op 26 Augustus. Britse/te leger. Telde bij vertrek van Malakka volgens Low en S.W. 10700 man daaronder 5000 Europeanen; waarvan ziek bij aan komst op Java11500 blijft 9200 man Bij te voegen landingsdivisie: 500 matrozen en detache ment mariniers, wellicht600 te zamen. 9800 man Af te trekken het geleden verlies bij den marsch op 5 Augustus bij 't gevecht op den 10™92 op den 22™96 op den 25™ 188 rekenen wij. 250 n blijft. 9550 man. Hiervan moeten wij aftrekken het verlies aan kwartierziekenin dienst op verschillende wijze, bewakingstroepen voor Batavia en Wei tereden. Wij gaan stellig de werkelijkheid niet te boven als wij daarvoor rekenen 2/3 of 2 X 19103820 dan blijft er voor den 26™ Augustus aan combattanten. 5730 man, waarvan ongeveer de helft of 2800 Europeanen. Veldgeschut, aantal onbekend. Wij gaan hier op goede gronden af. In Europa rekent men reeds op den eersten dag van concentratie van een leger 1/s verschil tusschen verpleging- (administratieve) sterkte en feitelijk mobiel, (f) Naarmate die toestand langer duurt vallen er meer manschappen uit, en wordt liet verlies grooter, indien de depóts niet aanvullen. Wij weten allen, dat de verschillen tusschen administratieve en feitelijke sterkte hier in Indië grooter zijn dan in Europa. Bovendien wilden wij het vermoedelijk aantal strijders (combattanten) kennen. (t) Rustow, Strategie und Tnkfilc, 1873.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 171