173 meter of 8000 pas in omtrek. De Eransohen telden dus één man per pas, zoodat men veilig 'mag zeggen dat de positie, aangeleund als ze was, zeer sterk was, hetgeen trouwens S. W. ook erkent. De verrassing bracht een gewichtige factor ten gunste van de En- gelschen. Verliezen. Bi] de verschillende schrijvers vindt men andere cijfers. We zul len overal de hoogste nemen. Engelschen Franscheu Officieren minderen Officieren minderen 4 Augustus 1 6 92 10 n 260 6 90 22 3 22 48 478 26 Low geeft volgens Thorn op voor de Engelschen Landmacht: Zeemacht aan wal: Officieren minderen Officieren minderen 15 128 15 dood 62 684 6 40 gewond 77 812 6 64 alzoo nagenoeg op de 10 man 1 officier dood of gewond, wat zeer belangrijk is. In totaal 959 man alzoo, op de macht van 9800 die aan wal kwam, of circa 9 pCt. dood of gewond. Voor de Eranschen is ter zake niets te zeggen. Snelheid van beweging. In de opgave van de expeditionnaire landmacht is niet aangetrof- feu, welk aantal koelies aanwezig waren. Het schijnt, dat aan de zeemacht uitsluitend de taak ten deel ge vallen is om de levensmiddelen, fourrage en benoodigdheden aan wal te brengenwellicht ook voor het verder transport te zorgen. Tot den 9en was de expeditionnaire macht daarvan geheel afhan kelijk, wijl eerst dien dag Batavia werkelijk in haar bezit was. Daaraan moet waarschijnlijk ook worden toegeschreven de lang zame vooruitgang der Britten. De marsch op den 5en had hun geleerd, dat men belast en beladen geen verre marschen hier kan maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 176