188
werkt dus de granaat als mijn, dient de springlading het buskruit
in de granaat om het getroffen voorwerp uiteen te slaan en moet
die lading dus zoo groot mogelijk zijn. Yoor dit geval is het dus
wenschelijkde binnenruimte der granaat zoo groot, de wanddikte
alzoo zoo klein mogelijk te nemenzorg dragende dat daarbij niet
zóó ver wordt gegaandat men gevaar loopt dat het projectiel in
den vuurmond door den schok bij 't afgaan van het schot, of bij het
slaan op het doel stuk slaat. In het tweede geval dient de spring
lading alleen om de granaat uiteen te slaan; zij kan dus kleiner zijn,
ja zelfs mag zij eene bepaalde greus niet overschrijdenomdat zij dan
te vernielend werkt, de granaat dan in te kleine stukken verdeelt,
want het spreekt van zelf dat, als die stukken zéér klein worden,
hunne werking onbeduidend, ja gelijk nul wordt. Bij deze granaten
zou men dus de wanden zwaarder kunnen maken en dan natuurlijk
de springlading in evenredigheid kunnen vermeerderendoch men moet
daarbij nog met een andere voorwaarde rekenschap houdeno. a. bij
de granaten bestemd voor het veldgeschut. Het veldgeschut name
lijk moet zijue munitie mede voeren en daar het aantal paardendat
men met voordeel voor een voertuig kan spannenbepaald ishoog
stens zes en de krachten der paarden een zeker maximum niet te
boven gaan, zoo is er natuurlijk een maximum gewicht, dat niet kan
vermeerderd worden zonder de bewegelijkheid te benadeelen. Naar
mate de projectielen dus zwaarder zijnkan men er minder mede
voeren en daar men gaarne zoo veel schoten medevoert als mogelijk
is, zoo volgt daaruit, dat men de projectielen niet zwaarder maakt
dan strikt noodig is en dus bij het verzwaren der wanddikte daar
mede ernstig rekenschap houdt. De granaten worden van staalhard
gietijzer of van gewoon gietijzer vervaardigd. Wanneer de granaat,
bij het schieten op troepen, in twee stukken sprong of wel zich ver
deelde in honderden kleine schervendan zou hare uitwerking gering
zijn, véél geringer dan wanneer zij zich verdeelde in een regelmatig
aantal stukken van voldoende grootte om een man of een paard bui
ten gevecht te stellen.
Om die regelmatige verdeeling in' de hand te werkenheeft men
aan de granaten van de laatste constructie eene bijzondere inrich
ting gegeven en het beoogde doel trachten te bereiken, door de wan
den in zekere richting of op verschillende plaatsen dunner te maken.
Drie soorten van granaten zijn met dat doel geconstrueerd en be
proefd, als: de granaten met enkelen wand, de granaten met dub-